Kleinste egelskop (Sparganium natans) behoort tot de botanische zeldzaamheden van ons land. Ze gaat bovendien sterk achteruit, waardoor ze inmiddels als bedreigd op de Rode lijst staat. Een blik in de Atlas van de Drentse flora leert dat ze vroeger in vrijwel alle uurhokken in de kop van Drenthe voorkwam. De laatste waarneming in dit laagveengebied stamt uit 1953. Kleinste egelskop is dus al meer dan een halve eeuw niet meer gemeld uit de kop van Drenthe. Tot ze afgelopen zomer tijdens de uitvoering van een vegetatiekartering opnieuw werd gevonden in een oud verland petgat, op de overgang van rietland naar kleine zeggenmoeras. Hier groeit ze over een traject van ongeveer 40 tot 50 meter. Ze wordt begeleid door soorten als Wateraardbei, Snavelzegge, Grote boterbloem, Dotterbloem en Pluimzegge.
De Onlanden
De groeiplaats ligt in het door Natuurmonumenten beheerde deel van het laagveengebied De Onlanden. Sinds enkele jaren is het terrein ingericht als ‘overstromingsmoeras’. Bij hevige regenval kan het gebied overstromen met beekwater afkomstig uit het Peizer- en Eelderdiep, zodat omringende gebieden gevrijwaard blijven van overstromingen.
In het gebied, dat onder invloed staat van kwel, komen nog enkele natte schraallanden, trilvenen en verlandingsvegetaties voor. Deze vegetaties zijn botanisch gezien het meest waardevol en ook het meest kwetsbaar voor verdroging en vermesting. Het voedselrijke beekwater heeft op deze plekken weinig invloed, omdat hier een apart peilbeheer gevoerd wordt. Het waterpeil in het gebied is twintig centimeter verhoogd om verdrogingseffecten tegen te gaan. Hierdoor zijn in natte perioden de vegetaties geheel verzadigd met regen- en kwelwater. Kleinste egelskop heeft mogelijk van deze vernattingsmaatregel geprofiteerd.
Tekst: Johan Loermans, Bureau Waardenburg & Edwin Dijkhuis,
FLORON
Foto's: Jelle van Dijk; Johan Loermans