Buxusmot slaat toe!
De VlinderstichtingIn 2006 werd in Duitsland de eerste buxusmot (Cydalima perspectalis) voor Europa gemeld. Waarschijnlijk was deze meegekomen met een zending buxus vanuit Japan. In het volgende jaar, 2007, waren er ook twee vondsten in Nederland, in het westelijk rivierengebied bij Sleeuwijk. In 2008 waren er geen meldingen, maar in 2009 was hij uitgebreid rond Sleeuwijk en was er een waarneming in Losser, in Twente. In 2010 breidde de soort zich vanuit de eerste vestiging uit naar Hellevoetsluis en Spijkenisse in het westen en naar Geldermalsen in het oosten. Ook in Beek (Limburg) werd er een gezien. De jaren erna ontstond, naast de haard in het westelijk rivierengebied, ook een duidelijke concentratie in Midden-Limburg. Vanaf 2015 is er sprake van een sterke toename en worden grote delen van Zuid-Nederland bevolkt. In 2016 en 2017 ging deze trend versneld door en dit jaar zijn er meldingen uit bijna 900 verschillende kilometerhokken.
De vlinder is een exoot en hoort thuis in oostelijk Azië. De rupsen brengen flink schade toe aan buxusstruikjes en vaak zien we dat struiken vrijwel helemaal worden kaal gevreten. Nu wil dat niet zeggen dat ze direct dood zijn, want het schijnt dat als je de aangetaste struiken helemaal terugsnoeit er nog weer hergroei optreedt. Maar als een struik jaar na jaar wordt opgepeuzeld, zal dat niet meer werken. Veel mensen geven het dan ook op en vervangen de buxus door een struik die minder gevoelig is voor kaalvraat, zoals de liguster. Ook zijn er mensen die heel systematisch de rupsen en eventueel poppen uit de struiken verwijderen en zo vervolgschade klein houden. Daarnaast zijn er feromoonvallen in de handel. Hierin zit de specifieke sexlokstof van vrouwtjes die de mannetjes van de buxusmot aantrekt. Deze vliegen in de val en kunnen daar niet meer uit.
Deze methoden van bestrijding hebben weinig negatieve effecten op andere dieren in de buurt van de buxus en zijn dus veel beter dan het gebruik van gif, dat vaak niet specifiek werkt, maar alle rupsen en soms ook andere stadia doodt. Het is normaal dat een soort die nieuw verschijnt schade toebrengt, maar als het goed is zullen er natuurlijke vijanden komen die regulerend optreden. Zo zijn er al kauwen en eksters gezien die een feestmaal aanrichtten in een buxushaag en ook koolmezen hebben de rupsen en poppen ontdekt. Als deze ook komend voorjaar er hun jongen mee gaan voeren zullen er flink wat in de nestkastjes verdwijnen. We zullen de buxusmot niet meer kwijtraken, maar waarschijnlijk zal de schade de komende jaren wel minder worden.
Kijk voor meer informatie over de buxusmot en andere microvlinders op Microlepidoptera.nl.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaart en grafiek: NDFF