Buxusmot nu bijna in heel Nederland
De VlinderstichtingDe buxusmot (Cydalima perspectalis) komt uit Azië (Japan, Zuid-Korea, China). Vermoedelijk is deze nachtvlinder rond 2005 in Duitsland geïntroduceerd via import van Buxus uit Azië. In 2007 werd hij voor het eerst in Nederland gesignaleerd. De eerste jaren was hij alleen in het westelijk rivierengebied aanwezig, maar inmiddels heeft hij zich flink uitgebreid. Er was al een aantal jaren een kleine populatie in Groningen, maar nu lijkt de soort ook de rest van Noord-Nederland te gaan koloniseren. Als de Wadden zijn bereikt is de soort in heel Nederland aanwezig. Dat is slecht nieuws voor liefhebbers van buxus, want de rupsen van deze exoot kunnen struiken helemaal verruïneren. De rupsen beschermen zich in een spinsel en kruipen tussen de bladeren. Het is een groen met gele rups met zwarte stippen. De struiken waar de rupsen in vreten, worden al snel totaal bruin met opgevreten bladeren en overgebleven bladskeletten.
Om schade te beperken zijn er een aantal mogelijkheden. Er zijn bestrijdingsmiddelen op de markt, maar die zijn niet specifiek en zullen dus ook andere rupsen treffen. Daarom raden we het gebruik daarvan sterk af. We zullen de buxusmot niet meer kwijtraken, maar waarschijnlijk zal de schade de komende jaren wel minder worden nu steeds meer dieren de rupsen als goed voer gaan zien. De gemakkelijkste en meest effectieve manier om de schade te voorkomen is om je buxus te vervangen door een struik die niet gevoelig is voor vraat. Denk bijvoorbeeld aan liguster. Buxusmotten kunnen hier niet van leven. Bijkomend voordeel: de liguster bloeit in de zomer en biedt dan voedsel aan vlinders en bijen. Andere mogelijkheden: struikkamperfoelie (Lonicera), kleine hulstachtigen zoals Japanse hulst (Ilex crenata), aardbeiachtige struiken (Potentilla fruticosa) of inheemse vogelkers (Prunus). Je kunt ook de rupsen (en poppen) met de hand verwijderen. Dat is een tijdrovend klusje, maar wel effectief. Er zijn ook feromoonvallen in de handel: deze zijn verkrijgbaar bij tuincentra. Hierin zit de specifieke sexlokstof van vrouwtjes die de mannetjes van de buxusmot aantrekken. Deze vliegen in de val en kunnen daar niet meer uit. De vlinders kunnen zich dus niet voortplanten. Dat vangt natuurlijk de mannetjes in je tuin weg, maar er kan wel een bevrucht vrouwtje van de buren bij jou eitjes komen afzetten. Die vallen bieden dus geen 100 procent bescherming.
Om in beeld te krijgen hoe sterk de uitbreiding is, willen we iedereen vragen om de waarnemingen van de buxusmot of de rupsen daarvan door te geven via Waarneming, Telmee of de Jaarrond Tuintelling.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartjes: NDFF