Exoten zijn niet alleen maar slecht
Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)Exoten, planten en dieren afkomstig uit andere delen van de wereld, zijn tot nu toe vooral negatief in het nieuws. Maar een gedegen ecologische, wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt vaak. Daar brengt het promotieonderzoek van ecoloog Bart Grutters nu verandering in: “Als je kijkt naar de rol die uitheemse waterplanten vervullen in een ecosysteem, dan is er over het algemeen geen verschil met inheemse.”
Hoe maak je een eerlijke vergelijking? Grutters en zijn collega-onderzoekers van het NIOO keken naar zeven belangrijke functies van waterplanten en vergeleken deze in experimenten met inheemse en uitheemse plantensoorten. Denk aan het bieden van voedsel of leefgebied aan vissen en kleine waterdieren, het remmen van hinderlijke (blauw)algen en het reguleren van broeikasgasuitstoot. Alles opgeteld zagen ze geen duidelijke verschillen tussen de twee groepen.
Eigenschappen, niet herkomst
“Sommige exotische soorten hebben een negatief effect of juist heel positief. Maar dat geldt evengoed voor inheemse waterplanten,” stelde Grutters vast. De eigenschappen van een soort blijken wèl een goede voorspeller. De hoeveelheid antivraatstoffen (hoe eetbaar is een plant) of de stugheid van de stengels (voor het bieden van beschutting) bijvoorbeeld. “Exoten moeten we dus beoordelen op hun eigenschappen, niet op hun herkomst.”
Als exoten gaan woekeren, dan komt dat vaak door sterke menselijke verstoring van het milieu. “Als je bijvoorbeeld de sloten steeds schoont, creëer je een leeg en voedselrijk leefgebied waar snelle groeiers hun kans grijpen,” weet begeleider en collega-ecoloog Liesbeth Bakker. “Exotengroei is meer symptoom dan oorzaak van de verstoring.” Heel vergelijkbaar met inheemse soorten à la de bekende brandnetel. Toch hebben ook woekeraars hun natuurwaarde. Bakker geeft als voorbeeld: “Waterpest is een exoot die flink kan woekeren, maar het betekent ondertussen een enorme verrijking voor het voedselaanbod van watervogels.”
Advies voor beheerders
“Als je kunt kiezen, stop dan het beheersgeld in het weghalen van exoten als er nog maar weinig van zijn. Beter voorkomen dan genezen, en dat blijkt een stuk goedkoper. Als exoten eenmaal gevestigd zijn, kies dan voor bestrijding van soorten die de eigenschappen hebben om voor problemen te zorgen,” betogen de onderzoekers. Zo hebben drijvende waterplanten meer negatieve effecten op hun omgeving dan ondergedoken soorten, omdat ze het wateroppervlak dreigen af te sluiten, met zuurstof- en lichtgebrek tot gevolg. Ook kan er een negatief effect zijn op doorstroming of recreatie. “Vijverplanten in de sloot gooien is en blijft dus onverstandig.”
Daarnaast moeten we zeker oog hebben voor positieve effecten van sommige exoten voor waterbeheer: ze zorgen voor helder water of een schuilplaats voor jonge vis bijvoorbeeld. Grutters: “Het weghalen van exoten kan zelfs averechts werken. Uitheemse soorten kunnen de komende jaren juist helpen om de ecologische waarde van verstoorde ecosystemen te verhogen in plaats van te verlagen.”
Juist geen groene soep
Ondergedoken exotische waterplanten zoals waterpest kunnen op bepaalde extreem voedselrijke plekken nog net groeien, waar de inheemse waterplanten afhaken. Zo nemen ze hun rol over, en verwordt het water niet tot een groene soep zonder waterplanten en -dieren. Door het overschot aan meststoffen in het water en de waterbodem te verminderen, kunnen inheemse soorten op termijn terugkeren.
Subsidie voor dit project kwam van het NWO-onderzoeksprogramma ‘Biodiversiteit werkt’. Grutters voerde zijn onderzoek uit bij het NIOO en promoveert deze week in Utrecht.
Tekst: Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
Foto's: Dennis Waasdorp; Liesbeth Bakker; NIOO-KNAW