Kleine zakjeszwammen in de belangstelling
Nederlandse Mycologische VerenigingTrilzwammen, judasoren, spikkelschijfjes en borstelbekertjes
Het is verbluffend hoe snel paddenstoelen na een vorstperiode hun ontwikkeling hervatten. Verschrompelde trilzwammen en judasoren zwellen onder invloed van het vochtige weer op tot hun oorspronkelijke formaat waarna de sporenproductie weer zijn aanvang vindt. Tijdens de voorafgaande periode met veel nachtvorst lag de ontwikkeling vrijwel stil, maar door het lenteachtige weer kwam er weer leven in de brouwerij. Trilzwammen, zoals de Gele, Zwarte en Eikentrilzwam en de vele judasoren leken wel meer voor te komen dan andere jaren, maar er was veel meer te zien. De oudere mest van konijn, ree of hert was veelal bedekt met allerhande klein grut. Vooral de vlaaien en mesthopen van Hooglanders en paarden in onze natuurgebieden leken overstoven met kleurige, kleine spikkeltjes, waarbij de oranje gespikkelde het meest opvielen.
Veel spikkelschijfjes en borstelbekertjes
De spikkels bestaan allemaal uit kleine mestpaddenstoelen. (Amateur)mycologen nemen wel eens een stuk koeienvlaai of een aantal konijnenkeutels mee naar huis om dat kleine grut thuis met de stereomicroscoop te bekijken. Het is ongelofelijk wat je op mest aan allerlei prachtige bekertjes of anderszins fraai gevormde paddenstoeltjes kunt ontdekken. Bij elkaar zullen het zeker honderden soorten zijn. Een koeienvlaai is een wereld op zich. Vooral het aantal soorten kleine ascomyceten (zakjeszwammen) op mest kan groot zijn. Het zijn vaak de vele spikkelschijfjes (Ascobolus) en borstelbekertjes (Cheilymenia) die op een koeienvla domineren. Er worden in Nederland tot nu toe 27 soorten spikkelschijfjes en 18 soorten borstelbekertjes onderscheiden waarvan het leeuwendeel op mest voorkomt. Op het Oranje mestzwammetje (Cheilymenia granulata) na, moeten ze allemaal met behulp van de microscoop worden uitgesleuteld.
Ascomycetenproject
Het aantal nieuw ontdekte Nederlandse ascomyceten of zakjeszwammen is de laatste decennia sterk toegenomen. Daarnaast worden er geregeld soorten ontdekt die zelfs nieuw zijn voor de wetenschap. Deze ontwikkeling is toe te schrijven aan de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek over ascomyceten van de afgelopen decennia en de publicaties die er op volgden. Ook zijn er een aantal belangrijke websites verschenen over ascomyceten. De belangstelling in Nederland naar deze groep van paddenstoelen is in een stroomversnelling gekomen door het Ascomycetenproject van de NMV. Enkele NMV-leden zijn al sinds 2010 bezig om dit project vorm te geven om daarmee het determineren van ascomyceten toegankelijker te maken. De opzet is om uiteindelijk tot een determinatiesleutel te komen, waarmee alle meer dan 500 ascomyceten-geslachten(!), waarvan de soorten in ons land voorkomen of te verwachten zijn, kunnen worden uitgesleuteld. Het zijn nog "probeer"sleutels en nog volop in ontwikkeling. Opvallend zijn de gedetailleerde foto's, duidelijke tekeningen en heldere tekst in de sleutels en natuurlijk de Nederlandse namen die alle in de sleutels genoemde soorten hebben gekregen of nog gaan krijgen. Ga voor meer informatie naar de website van de NMV. De "probeer"sleutels zijn gratis te downloaden van de website van de NMV.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Martijn Oud (leadfoto: Oranje mestzwammetje); Piet Brouwer