Klimaatbestendig heidebeheer in uitvoering
De VlinderstichtingMet name voor de heidefauna kunnen klimaatextremen problemen opleveren. Door spreiding van herstelmaatregelen over de hoogtegradiënt wordt geprobeerd de veerkracht van het systeem te vergroten. Vooral het gentiaanblauwtje, een kenmerkende en bedreigde vlinder, lijkt last van de extremen te hebben. Volgens tellingen van het Landelijk Meetnet Vlinders is de soort in de regio in slechts 10 jaar tijd maar liefst 85% in aantal achteruit gegaan! Dat geldt mogelijk evenzeer voor minder goed onderzochte soorten, zoals de gentiaanvedermot, de veenmier en de veenhommel. Door vernattingsmaatregelen wordt er al hard aan gewerkt om de effecten van zomerdroogte tegen te gaan, maar extreme regenval blijkt een lastig oplosbaar probleem te zijn. Samen met terreinbeheerders wordt er nu gewerkt aan het spreiden van leefgebied over de hoogtegradiënt, dus zorgen voor leefgebied in zowel lagere als hogere delen. In september werd daar een veldoverleg over georganiseerd. In twee terreinen is dat de afgelopen weken ook door uitvoering gevolgd.
Voor de fauna is daarbij een kleinschalige aanpak essentieel om schade te voorkomen en overgangen tussen oude en jonge begroeiing te maken. Op het zuidelijk deel van de Strabrechtse Heide zijn door het Brabants Landschap op twee locaties stroken van laag naar hoog ‘gechopperd’ en is de aangrenzende, door het hoge gras pijpenstrootje gedomineerde, vegetatie gemaaid. Chopperen laat in tegenstelling tot plaggen de bodem intact en heeft daardoor minder negatieve bijwerkingen. Door aanvullende bekalking wordt verzuring voorkomen. Op plekken waar gentianen zijn verdwenen worden deze soms weer uitgezaaid. Gentiaanblauwtje en andere soorten kunnen deze plekken dan vanuit andere delen in het terrein op eigen kracht bereiken. Op de tweede locatie, het Rouwven, is dit ook gebeurd. Hier wordt al enige jaren door vrijwilligers op handkracht met succes gewerkt aan de uitbreiding van het leefgebied voor een kleine populatie gentiaanblauwtjes. Omdat de populatie op een vrij droge plek voorkomt, heeft deze het in 2016 juist goed gedaan, maar in een droge zomer kan dat snel omslaan. Met de chopperstroken kan de soort op een andere plek in het terrein zowel op droge als nattere delen terecht. De komende jaren zullen we zien of het gaat lukken!
Het project wordt uitgevoerd door De Vlinderstichting, Stichting RAVON en EIS Kenniscentrum Insecten, in samenwerking met Staatsbosbeheer, Brabants Landschap, Natuurmonumenten, en Bosgroep-Zuid; met subsidie van de provincie Noord-Brabant.
Tekst: Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting
Foto’s: Willem Aarts (leadfoto: voorbereidend maaien Rouwven); Henk Bosma