boomblauwtje primair

Boomblauwtje in de lift

De Vlinderstichting
28-NOV-2016 - Het boomblauwtje is een algemene vlinder die met name ook veel voorkomt in tuinen. Het gaat goed met het boomblauwtje. Veel mensen zien de soort wel eens, hoewel ze er misschien niet direct de juiste naam aan kunnen geven.

Het boomblauwtje heeft alleen kleine zwarte 'inktspetters' en geen oranje vlekjesAl vanaf het begin van het Landelijk Meetnet Vlinders, waar vrijwilligers vanaf 1990 wekelijks vaste routes tellen op een gestandaardiseerde manier, gaat het goed met het boomblauwtje. Er zijn fluctuaties van jaar tot jaar, maar de trend vanaf 1990 is duidelijk positief. Ook in 2016 heeft het boomblauwtje goed gevlogen. In het voorjaar was hij zo'n 30% minder aanwezig dan het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar, maar in de zomer heeft hij dat weer goed gemaakt en vlogen er ongeveer 30% meer.

Het boomblauwtje heeft twee of soms zelfs drie generaties per jaar. De laatste waarneming dit jaar dateert van 1 november en de eerste verse vlinders verschijnen al weer eind maart, dus over een maand of vier. Ze planten zich voort op allerlei bomen en struiken. De rupsen zijn niet kieskeurig en gebruiken veel verschillende waardplanten, maar ze zijn wel gebonden aan bloemknoppen. Dat betekent dat ze komend voorjaar gebruik maken van hulst, vuilboom en andere vroege bloeiers, terwijl de najaarsgeneratie bijvoorbeeld klimop gebruikt, die in augustus en september volop bloemknoppen heeft. Als je in de tuin zorgt voor voorjaars- en najaarsbloeiende struiken kan deze vlinder zich er permanent voortplanten en kun je een maand of acht genieten van het prachtige blauw.

Boomblauwtje: de trend vanaf 1990 (links) en de aantallen in de tellingen in 2016, vergeleken met het gemiddelde (rechts)

Vrouwtjes van het boomblauwtje hebben een grote donkere vleugelpunt

Boomblauwtjes zijn erg actieve vlinders en meestal zie je ze alleen vliegend. Dan valt het felle blauw aan de bovenzijde op, maar veel details van de onderzijde krijg je niet te zien. Voor veel mensen is het dan ook ‘gewoon’ een blauwtje. Als de vlinder in de tuin of in een park op een meter of twee hoogte langs de bomen en struiken vliegt kan het eigenlijk niets anders zijn dan een boomblauwtje. Als ze stil zitten, bijvoorbeeld om te zonnen of te drinken, zie je de onderzijde goed en die is zeer kenmerkend zilvergrijs met hele kleine zwarte ‘inktspetters’. Er zijn geen oranje vlekjes aanwezig zoals bij veel andere blauwtjes. Mannetjes zijn voornamelijk lichtblauw van boven, vrouwtjes hebben een opvallende grote donkere vleugelpunt. Boomblauwtjes zijn nu, in de winter, aanwezig als pop ergens in de strooisellaag en deze kom je dus niet tegen. Ze komen overal in Nederland voor, maar de hoogste dichtheden vinden we op de zandgronden.
 

Het Landelijk Meetnet Vlinders is een samenwerkingsproject van De Vlinderstichting en het CBS, in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring, in opdracht van het ministerie van EZ.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting