Vlinders in novembernacht
De VlinderstichtingTerwijl we de zomer als echte vlindertijd zien, bleken ook de afgelopen weken nog vlinders actief te zijn. Zo werden er begin november nog meer dan tien soorten dagvlinders doorgegeven. Ook voor nachtvlinders geldt dat de meeste soorten ’s zomers actief zijn, maar er zijn uitzonderingen. Kleine wintervlinders komen pas tevoorschijn als het wat kouder wordt en vooral na de eerste nachtvorst. November is de topmaand voor deze nachtvlinder. Hij komt in het hele land voor, hoewel de meeste op de zandgronden te zien zijn. Het is een bijzondere vlinder, niet alleen omdat hij in de winter vliegt, maar ook omdat vrouwtjes helemaal niet vliegen. Deze kunnen dat zelfs niet, want ze zijn vleugelloos. De mannetjes hebben wel vleugels, deze kunnen dus wel vliegen en zich over wat grotere afstanden verplaatsen.
De mannetjes scholen samen op boomstammen en in de toptijd kunnen er tientallen mannetjes bij elkaar zitten. Ze zitten vaak met hun vleugels omhoog, waardoor de lichte ‘zeiltjes’ erg opvallen als je met een zaklamp de bomen beschijnt. De mannetjes wachten op vrouwtjes die in de strooisellaag onder de bomen zijn verpopt. Als ze uit de pop komen kruipen ze naar boven toe de stam op. Vrouwtjes kunnen namelijk niet vliegen, want ze hebben in plaats van vleugels alleen maar wat kleine stompjes. Omhoog gekropen worden ze opgewacht door de mannetjes en de eerste de beste ontmoeting leidt tot een paring. Na die paring kruipt het vrouwtje verder omhoog om daar haar eitjes te leggen. De eitjes komen uit in het voorjaar als ook het jonge blad ontluikt. De rupsen kunnen van veel verschillende bomen en struiken leven, maar eik is een favoriet. In sommige jaren zijn er zoveel rupsen dat de eiken er onder te lijden hebben. De komende weken zal de kleine wintervlinder nog te zien zijn en het loont de moeite om tijdens een avondwandeling een zaklamp mee te nemen en de bomen in park of tuin eens goed af te zoeken. Met een beetje geluk zie je mannetjes en mogelijk zelfs ook de paring, want die gebeurt op ooghoogte.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting