Zeer grote aantallen hoornaars in Noord-Nederland
De Natuurkalender, Hellingman Onderzoek en Advies, Wageningen UniversityIn ons bericht “Grote delen Nederland helft minder wespen dan normaal” op 6 augustus maakten we al melding van het feit dat in Groningen en Drenthe naast meer wespen ook beduidend meer hoornaars gemeld werden dan normaal. Dit bleek uit een rondgang langs wespenbestrijders. Inmiddels is nog duidelijker dat in het noorden van Nederland zeer grote aantallen hoornaars rondvliegen. Bij Gilbert Braster van Wilca Systems & Services, die wespenbestrijding doet in Groningen, Friesland en Drenthe, zijn een recordaantal meldingen van hoornaarnesten binnengekomen. De teller staat dit jaar op ruim 60 nesten terwijl het aantal normaal op twee handen te tellen is.
Hoornaar drinkt bij bloedende boom en hoornaar vangt een bij en een kleine vos (Bron: Silvia Hellingman)
Het opvallend grote aantal hoornaars blijkt ook bij de monitoring van eikenprocessievlinders met behulp van feromoonvallen. Jaarlijks zijn hoornaars incidenteel in de feromoonvallen te vinden, iets dat we altijd best bijzonder vonden. Hoornaars eten graag eikenprocessievlinders op, maar ook de wespen die in de vallen terecht komen. In tegenstelling tot andere wespensoorten zijn hoornaars in staat om ’s nachts te jagen op bijvoorbeeld nachtvlinders. Dit jaar worden voor het eerst zeer veel hoornaars aangetroffen in de feromoonvallen tussen de gevangen vlinders. De meeste hoornaars zijn aangetroffen in de vallen die hangen in de kop van Overijssel, het noorden van Drenthe, Groningen en delen van Friesland. In andere delen van het land worden nauwelijks hoornaars in de vallen aangetroffen.
Hoornaars zijn vaak te vinden in de buurt van bloedende bomen waarbij ze drinken van het voedselrijke sap. Je kunt ze ook aantreffen in de buurt van vlinderstruiken waar ze jagen op vlinders, bijen, wespen en zweefvliegen. De insecten voeren ze aan hun larven. Normaal gesproken zijn hoornaars niet agressief, tenzij je in de buurt van hun nest komt. Dit jaar lijkt het dat ze zich agressiever gedragen dan in voorgaande jaren. Mogelijk dat de hoge temperaturen ze onrustig maken. Het is in ieder geval zaak om uit de buurt van een nest te blijven. De steek van een hoornaar is over het algemeen pijnlijker dan van een wesp.
Waarom er in het noorden beduidend veel meer hoornaars zijn dan in het zuiden is nog onduidelijk. Het vermoeden is dat de extreem zachte winter gunstig is geweest voor de overleving van de koninginnen. De intense neerslag in mei in de zuidelijke helft van het land heeft mogelijk niet alleen de gewone wespen negatief beïnvloedt maar ook de hoornaars. In het noorden hebben deze heftige buien met grote hoeveelheden neerslag in korte tijd zich niet voorgedaan.
Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University en Silvia Hellingman, Biocontrole Onderzoek en Advies
Foto’s: Henk Wallays; Silvia Hellingman; Wil Verdoes