Bij ongediertebestrijdingsdiensten in Limburg, Noord-Brabant, Zeeland en Gelderland zijn dit jaar tussen de 30 en 75 procent minder wespennesten gemeld dan normaal. In sommige gebieden worden vrijwel geen wespen aangetroffen. In de Betuwe zitten er opvallend weinig wespen op de rijpe pruimen en de appels en peren die door vogels zijn aangepikt. Het zijn juist deze gebieden die eind mei en begin juni te maken hadden met zeer zware regenbuien met in korte tijd grote hoeveelheden neerslag (zie het bijgevoegde neerslagradarbeeld van 30-31 mei van het KNMI). In gebieden waar het daarbij ook hard gewaaid en/of gehageld heeft worden er weinig wespennesten aangetroffen in struiken en bomen en zitten de nesten vaker in spouwmuren of onder dakpannen of in de grond.
In gebieden die aan de zware neerslag in mei en begin juni zijn ontkomen zoals delen van het westen en midden van Nederland en Friesland worden iets meer wespennestmeldingen gedaan of zelfs beduidend meer zoals bijvoorbeeld in Groningen en Drenthe waar er juist sprake is van een toename in het aantal meldingen van 30 tot 50 procent. Het zijn ook deze gebieden waar dit jaar beduidend meer hoornaars gemeld worden dan normaal. Deze wespen zijn indrukwekkend groot maar zorgen voor relatief weinig overlast omdat ze veel minder op onze zoetigheid afkomen. Als je in de buurt van hun nest komt zijn ze wel agressiever dan de gewone en Duitse wesp.
Opkomst Franse veldwesp zet door
Een trend van de afgelopen ruim 5 jaar die zich dit jaar door lijkt te zetten is de opmars van de Franse veldwesp. Deze wat slankere wesp met langere poten neemt door heel Nederland beduidend in aantal toe, waarschijnlijk onder invloed van de stijgende temperaturen. In de gebieden waar dit jaar weinig wespen zijn heeft ook de Franse veldwesp een terugslag gehad maar de teruggang is relatief minder sterk. De Franse veldwesp zorgt niet of nauwelijks voor overlast omdat ze niet op zoetigheid af komt in tegenstelling tot de gewone en Duitse wesp. Hij is wel lastiger te bestrijden omdat ze vaak veel nesten bij elkaar in de buurt hebben waardoor snel enkele nesten over het hoofd gezien worden.
Late start wespenseizoen
Door de zeer warme winter werden er midden in de winter nog actieve wespen waargenomen. 17 december werd er in Groningen nog een actief nest aangetroffen. Een warme winter betekent niet automatisch een goed wespenjaar omdat de koninginnen die in winterrust zitten extra veel energie verbranden gedurende de winter waardoor ze verzwakt raken. Ze zijn dan extra kwetsbaar als er nog een koude periode komt.
De weersomstandigheden in de eerste maand na het ontwaken van de koningin bepaalt in belangrijke mate of wespennesten tot ontwikkeling komen. De koningin moet dan immers in haar eentje voedsel vinden om aan te sterken na de winterrust, een begin maken met de bouw van het wespennest, eitjes leggen en de eerste larven insecten voeren. Pas na een maand krijgt ze versterking van de eerste werksters. Maart en april waren koud waardoor pas veel koninginnen eind april tevoorschijn kwamen. De ontwikkeling van de nesten en de wespenvolken kwam daarmee relatief laat op gang in vergelijking met jaren als. Mei en juni verliepen wel warm waardoor een deel van de opgelopen achterstand ingehaald kon worden. Waar we in diverse voorgaande jaren al vanaf juli flinke wespenoverlast konden ervaren zal dit jaar de overlast vooral plaatsvinden in de loop van augustus en begin september. Op enkele plaatsen melden de bestrijders nu de eerste lastige wespen. Een teken dat de wespen op zoek gaan naar zoetigheid en dat de nesten volgroeid zijn. Met de afname van het aantal larfjes in de nesten gaat de aandacht van de werksterks steeds minder uit naar het vangen van insecten die ze voeren aan de larven.
Meld eerste wespen op zoetigheid
Nu het de komende dagen mooi weer wordt en de mensen meer buiten zitten en de wespen op zoek gaan naar zoetigheid zal de wespenoverlast de komende dagen toenemen en zullen meer mensen ook wespennesten ontdekken in hun directe omgeving. Om een beter beeld te krijgen van waar wanneer de overlast begint roepen we mensen op om op via het Natuurkalender waarnemingsprogramma door te geven wanneer ze de eerste wesp op zoetigheid aantreffen:
Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto's: Saxifraga-Frits Bink, Leadfoto hoornaar: Saxifraga-Mark Zekhuis
Met dank aan een groot aantal bestrijdingsdiensten voor het aanleveren van informatie.