Bijzonder wespenseizoen: uitzonderlijk hoge aantal koninginnen leidt niet tot veel wespen
De Natuurkalender, Hellingman Onderzoek en Advies, Wageningen UniversityIn de periode januari tot en met half mei werden in heel het land vier keer zo veel wespenkoninginnen waargenomen als gemiddeld in de afgelopen vijf jaar. Wespenbestrijders geven aan dat ze dit nog niet eerder hadden meegemaakt. Als veel koninginnen in staat zijn een nest tot ontwikkeling te brengen, vergroot dit de kans op veel wespenoverlast in de zomermaanden. Een paar weken terug verschenen er al berichten dat het wel mee lijkt te vallen met de wespen. Een officieel meetnet voor wespen is er niet in ons land, maar een goede indicatie voor de wespensituatie is het aantal wespennestmeldingen dat bij wespenbestrijders binnenkomt gedurende de zomermaanden. Elk jaar bellen we eind juli of begin augustus een vaste groep van bestrijders verspreid over heel Nederland. Hieronder de resultaten.
Landelijk gemiddeld meer dan halvering wespen met uitzondering noordoosten
Het beeld dat uit de belronde naar voren komt is dat het aantal wespennesten in vrijwel het hele land lager ligt dan vorig jaar. In 2016 lag het aantal meldingen in met name het midden en zuiden van het land al beduidend lager dan normaal. Dit jaar zien we grotendeels een vergelijkbaar patroon. Diverse bestrijders in Noord-Holland, Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Limburg hebben een zeer stil jaar met maar de helft tot een kwart van de normale hoeveelheid meldingen, nog minder dan vorig jaar wat in deze regio’s ook al een slecht wespenjaar was. Delen van Noord-Brabant en Zeeland geven echter aan dat het aantal op een normaal niveau ligt. Lokaal komen dus net als in voorgaande jaren grote verschillen voor. In het noordoosten van het land lijkt er geen sprake van een daling. Zeker de laatste weken neemt het aantal meldingen daar toe. Een leverancier van wespenbestrijdingsmiddelen aan de professionele sector herkent deze landelijke verschillen in de verkoopcijfers en geeft aan dat de verkoop dit jaar tot meer dan de helft lager ligt dan vorig jaar.
Slechte weersomstandigheden
Vrijwel alle wespenbestrijders bevestigen het verhaal dat ze in het voorjaar uitzonderlijk grote aantallen koninginnen hebben gezien. De vraag is dan ook wat er met de wespen gebeurd is. Het is waarschijnlijk een combinatie van weersextremen geweest. Door de zeer zachte februari en uitzonderlijk zachte maart werden veel koninginnen al vroeg wakker uit hun winterslaap. Vooral de zeer hoge temperatuur eind maart resulteerde in veel eerste wespenmeldingen op Natuurkalender.nl. Vooral de tweede helft van april had een lage temperatuur met op 20 april 9 graden vorst aan de grond in de Achterhoek. Ook op 9 mei ging de temperatuur nog flink onderuit tot -6 graden Celsius met uitzondering van het noorden en het zuidwesten van het land waar de temperatuur ruim boven het vriespunt bleef. Van wespen is bekend dat de weersomstandigheden in de eerste maand na het uit winterslaap komen kritiek zijn.
Naast de lage temperaturen in april en begin mei was het voorjaar tot half mei zeer droog. Dit kan gevolgen hebben gehad voor het aanbod van nectar en het aantal insecten, zoals muggen. Aan het beperkte aantal insecten op de voorruit na een autoritje is al op te maken dat het aantal vliegende insecten relatief laag is dit jaar.
Halverwege mei hadden het midden en westen van het land te maken met zware neerslag en viel er plaatselijk 30 millimeter. Eind mei vielen er juist in de oostelijke helft van het land grote hoeveelheden neerslag. Uit eerdere jaren blijkt dat wespen slecht tegen intense buien kunnen. Vooral als die in mei plaatsvinden. Het is nog onduidelijk of dat komt door de grote hoeveelheid water en/of door de sterke wind die er vaak mee gepaard gaat. Op het gebied van wind was dit jaar ook de zomerstorm op 6 en 7 juni bijzonder. In heel het land werden hoge windsnelheden gemeld, maar vooral aan de kust. Nesten in bomen en struiken zouden hiervan te lijden hebben kunnen gehad en mogelijk zijn grote aantallen werksters verwaaid.
Late koninginnen niet gepaard?
Naast het weer is er mogelijk nog een andere reden dat veel koninginnen geen wespennest hebben voortgebracht. Als verklaring voor het grote aantal koninginnen gaven we aan dat er vorig jaar mogelijk een tweede generatie wespen is geweest, waarbij het erop lijkt dat die koninginnen en waarschijnlijk de mannetjes die in het nest van de tweede generatie opgegroeid zijn, in het nest overwinterd hebben en pas dit voorjaar uitgevlogen zijn. Het zou kunnen zijn dat deze koninginnen nauwelijks gepaard hebben en dus geen nest konden beginnen.
Overlastperiode nog niet voorbij: nu zowel grote als kleine nesten
In mei vermoedden we al dat we een spreiding in de overlastperiode konden verwachten omdat de nesten van vroeg ontwakende wespen (februari/begin maart) zich nu al verder ontwikkeld hebben en mogelijk minder last hebben gehad van de kou in april dan de nesten van de koninginnen die pas in april of begin mei ontwaakten en begonnen met de bouw van hun nest. Diverse bestrijders geven aan dat ze naast al forse nesten van voetbalformaat ook nog kleine nesten van tennisbalformaat aantreffen. Veel nesten zitten nog in de opbouwfase. Dat betekent dat de werksters van de zich nog ontwikkelende nesten nog vooral bezig zijn met het verzamelen van insecten die ze aan hun larven voeren. Ook in de eikenprocessievlindervallen in het noorden van het land worden flinke aantallen wespen aangetroffen. De wespen zien de gevangen vlinders als mogelijke voedselbron. De wespen die jagen op insecten zijn nog niet op zoek naar zoetigheid en veroorzaken daarmee nog niet of nauwelijks overlast. Wespenbestrijders melden ook nog nauwelijks agressieve wespen bij het verwijderen van de nesten, ook een teken dat de nesten nog in de opbouwfase zitten. Diverse wespenbestrijders in het noorden van het land geven aan dat het aantal meldingen van wespennesten de afgelopen twee weken aan het toenemen is. Blijkbaar komt het aantal wespen in de nesten op een niveau dat ze op gaan vallen of beginnen de wespen lastiger te worden.
Filmpje middelste wesp (Bron: Silvia Hellingman)
Middelste wesp en Franse veldwespen
Wat verder opvalt dit jaar is dat het aantal middelste wespen meer dan normaal lijkt te zijn. Middelste wespen zijn groter dan de bekende gewone wesp en Duitse wesp. Ze zijn echter kleiner dan hoornaars waar ze vaak mee verward worden. De middelste wesp bouwt haar nest meestal in struiken op een hoogte tussen de 1 en 3 meter. Soms worden nesten aan de buitenkant van gebouwen gevormd. Normaal gesproken zijn het geen agressieve wespen, behalve in de buurt van de nesten. Omdat de nesten vrij gemakkelijk worden ontdekt worden ze vaak onnodig bestreden. Ook de Franse veldwespen lijken hun opmars in Nederland door te zetten. Er zijn bestrijders die aangeven dat ze dit jaar meer meldingen van Franse veldwespnesten hebben dan van de gewone of Duitse wesp.
Tekst: Arnold van Vliet en Wichertje Bron, De Natuurkalender, Wageningen University en Silvia Hellingman, Biocontrole Onderzoek en Advies
Foto’s: Silvia Hellingman (leadfoto: Duitse wesp); Arnold van Vliet