Zeer zeldzame gladde slankmier gevonden in Noord-Brabant
EIS Kenniscentrum InsectenIn Noord-Brabant loopt een inventarisatieproject naar de vermiljoenkever die leeft onder schors van recent gestorven bomen op vochtige plekken. In het kader daarvan wordt in een aantal bossen ook onderzoek gedaan naar andere insecten die afhankelijk zijn van dood hout. De gegevens kunnen helpen om de bossen te evalueren, want natuurlijke, oude bossen herbergen veel dood hout én veel soorten die daarvan afhankelijk zijn.
Voor het onderzoek worden onder andere ‘azijnzuurvallen’ gebruikt om kevers te lokken. In één zo’n azijnzuurval, die aan een dode populier hing op Landgoed Valkenhorst van het Brabants Landschap, werden twee werksters van de gladde slankmier (Leptothorax gredleri) aangetroffen. Een bijzondere vondst, want de soort was nog niet eerder gemeld uit de provincie Noord-Brabant. Sterker nog, in heel Nederland zijn er maar weinig vindplaatsen. Alleen op de grens van de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei lijkt de soort niet zeldzaam, maar verder zijn er slechts enkele waarnemingen uit Limburg, Overijssel en de Veluwe.
De gladde slankmier maakt kleine nesten op of vlak boven de bodem onder boomschors of in dood hout. De miertjes hebben maar een kleine actieradius en zoeken hun voedsel slechts op enkele meters afstand van het nest. In de dode populier waaraan de azijnzuurval hing moet dus een nestje van deze bijzondere soort zitten.
Populieren groeien snel en hierdoor kunnen waardevolle bossen ontstaan; binnen enkele decennia bevatten populierenbossen al enorm dikke bomen en veel dood hout. Ondanks hun landschappelijk en ecologisch belang verdwijnen populieren op sommige plekken langzaam uit het landschap. Op Landgoed Valkenhorst mogen populieren op veel plaatsen aftakelen én worden de komende tijd ook weer nieuwe populieren aangeplant. Hierdoor blijven er in het gebied voldoende mogelijkheden voor de gladde slankmier en andere van dood hout afhankelijke soorten.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd met subsidie van de provincie Noord-Brabant.
Tekst: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto’s: Theodoor Heijerman; antweb.org