Eerste vondst van het Zilversparmummiekelkje in Noord-Holland

Nederlandse Mycologische Vereniging
15-JUN-2016 - Een oplettende amateurmycoloog ontdekte in de bossen van Schoorl op zwarte, op de grond liggende schubben van sparrenkegels een flink aantal Zilversparmummiekelkjes. Hij omschreef de vindplaats als volgt: vlakbij waar de Waterleidingweg uitkomt op de Zwarte weg kruist een ruiterpad de Waterleidingweg. Langs dit ruiterpad (richting Bergerpaadje gezien) is een bosje waar veel jonge sparren staan.

Zilversparmummiekelkje

Het Zilversparmummiekelkje is in Nederland bekend van slechts 4 uurhokken. Een waarneming van het Zilversparmummiekelkje (Ciboria rufofusca) wordt nergens klakkeloos geaccepteerd. Microscopisch onderzoek en het achter de hand houden van (op een juiste wijze) gedroogd materiaal is minimaal vereist. Hulpvaardige specialisten van de Nederlandse Mycologische Vereniging boden de vinder, Leonard Minkema, hierbij de helpende hand. Ze controleerden de vondst waarna Leonard van de juiste naam van het kelkje op de hoogte werd gesteld. Door het onderzoek ging veel tijd verloren want de vondst dateerde al van 8 mei. Zilversparmummiekelkjes kunnen echter in juni nog steeds worden waargenomen want de verschijningsperiode loopt van de vroege lente tot het begin van de zomer. De gesteelde, licht tot donkerbruine kelkjes, komen tevoorschijn uit zwart geworden (gestromatiseerde) schubben van kegels van de Zilverspar (Abies alba).

Zilversparmummiekelkje.

Mummiekelkjes

Het Zilversparmummiekelkje is een zakjeszwam (Ascomyceet) en behoort tot de soortenrijke groep van de Sclerotiniaceae. Er worden in ons land 13 soorten mummiekelkjes (Ciboria's) onderscheiden. De allemaal min of meer bruine, gesteelde mummiekelkjes groeien uit zwart geworden gestromatiseerde plantendelen zoals de katjes van verschillende bomen en struiken, waaronder die van wilgen, elzen, populier, hazelaar en gagel, maar ze komen ook voor op berkenzaadjes, elzenproppen en elzenzaad, eikels, vruchtomhulsels van de Tamme kastanje, kegelschubben van de Zilverspar en zelfs op de vruchtjes van zeggesoorten. Het is te begrijpen dat het Zeggemummiekelkje zeer klein is. Maar het is bekend dat gericht zoeken tot resultaten kan leiden.   

De bij veel Sclerotiniaceae voorkomende anamorfe (ongeslachtelijke) eerste fase met conidiumsporen zijn nooit bij mummiekelkjes gevonden. Aan de Nederlandse naam zoals Elzenkatjesmummiekelkje, Berkenkatjesmummiekelkje, enzovoort herken je het soort substraat waarop ze kunnen worden gevonden. Zeldzaam komen ze ook op andere substraattypen voor dan de naam aangeeft. De meeste mummiekelkjes zijn zeldzaam. Sommige wijten deze zeldzaamheid aan de onopvallende kleine bruine kelkjes, maar is dat ook de echte reden voor het lage aantal waarnemingen? Natuurlijk vallen dergelijke kelkjes veel minder op, maar gericht zoeken, weten we nu, kan wel degelijk goede resultaten opleveren. De interesse in Ascomyceten is het laatste decennium enorm toegenomen wat blijkt uit het groeiend aantal doorgegeven waarnemingen en het toenemend aantal over deze groep gepubliceerde artikelen. Tijdens excursies merk je het ook. Het algemeen voorkomende Eikelbekertje (Ciboria pseudotuberosa) wordt ondanks zijn onopvallende bruine tinten door een groeiende groep geïnteresserden direct herkend als een Ciboria (mummiekelkje).

Eikelbekertje

Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Leonard Minkema; Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging