Hoe herken ik het scheefbloemwitje?
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Na berichten over het nieuwe scheefbloemwitje kwamen er bij De Vlinderstichting veel foto’s waarvan mensen dachten dat het er ook een was, maar alle bleken van andere koolwitjes te zijn. Het scheefbloemwitje lijkt op klein koolwitje en groot koolwitje, allebei zeer algemene soorten in Nederland. Wat zijn de verschillen?
Alle drie de soorten hebben een zwarte tot grijze vleugelpunt. Bij het klein koolwitje is die meestal recht afgesneden en vrij klein. Bij het groot koolwitje is die zwarte punt juist groot en ver naar beneden toe doorlopend. Het scheefbloemwitje zit daar precies tussenin. Als je een gedachtenlijntje trekt tussen de bovenkant van de zwarte stip op de vleugel naar de onderkant van de zwarte vleugelpunt loopt dat lijntje bij klein koolwitje naar boven (en gaat dwars door een cel heen). Bij het groot koolwitje loopt die lijn duidelijk naar beneden toe en ook deze kruist cellen. Het gedachtenlijntje bij het scheefbloemwitje loopt min of meer horizontaal en volgt min of meer de ader langs de cellen.
Maar er zijn nog andere kenmerken die helpen bij de herkenning. De vleugelpunt van het scheefbloemwitje is min of meer afgerond, van de andere twee koolwitjes is deze vaak wat spitser. In het formaat zit ook een verschil. Het groot koolwitje is, zoals de naam al doet vermoeden, een grote vlinder, terwijl het scheefbloemwitje zelfs nog iets kleiner is dan klein koolwitje. De zwarte stip is bij klein en groot koolwitje vaak rondachtig en bij klein koolwitje ook veelal vrij klein. Het scheefbloemwitje heeft een forsere stip die meer vierkant is en soms, zoals bij bovenstaande vlinder uit Posterholt, zelfs wat hol is.
Heeft u ook nog foto’s van witjes in uw fotoarchief? Wie weet ontdekt u ook nog wel een scheefbloemwitje. Kijk voor de determinatie dan ook nog even naar dit overzicht op Vlindernet waarin het verschil tussen de witjes nogmaals wordt uitgelegd.
Tekst: Kars Veling & Kim Huskens, De Vlinderstichting
Foto’s: Marlie Huskens; Kars Veling