Wisselend beeld witjes na hete, droge zomer 2018
De VlinderstichtingAlle koolwitjes kun je verspreid in allerlei leefgebieden tegenkomen, hoewel het scheefbloemwitje vooral in tuinen wordt gezien, en het Noordwesten van ons land nog moet koloniseren. De andere drie soorten zijn wijd verbreid. Het is echter niet verrassend dat juist het klein geaderd witje last heeft gehad van de hete en vooral droge zomer van vorig jaar. Dit witje vliegt juist wat meer in de wat vochtiger, natuurlijker graslanden en open vochtige bosgebieden. Het klein koolwitje is opportunistischer en vliegt ook veel in het agrarisch gebied en in steden en dorpen. De rupsen kunnen blijkbaar leven van waardplanten die wat droger staan dan die van klein geaderd witjes. Het groot koolwitje is ook makkelijk, maar heeft een voorkeur voor moestuinen en kleinschaliger landbouwgebied. Ook deze soort had minder last van de droogte.
Het klein geaderd witje heeft drie generaties per jaar, en we zien geen herstel in de loop van het jaar. In alle generaties is het aantal dat per week op een route van het Meetnet vlinders werd geteld minder dan de helft van het gemiddelde over de periode 1992 tot en met 2018. Voor klein koolwitje zien we dat er ongeveer evenveel worden gezien als normaal. Wel is de vliegtijd van deze vlinder wat naar voren geschoven. Dat is echter niet iets van dit jaar, maar speelt al wat langer. Door de opwarming gaat de ontwikkeling sneller, en zien we dat de vliegtijd steeds vervroegt. Het klein geaderd witje is nog steeds een zeer algemene vlinder en verwacht mag worden dat deze zich goed kan herstellen. Fluctuaties in aantal van jaar op jaar, soms erg grote, komen bij veel insecten voor. Extreme weersomstandigheden kunnen wel grote impact hebben op populaties die, door allerlei andere factoren zoals stikstof en verdroging, sowieso al heel klein waren geworden.
Het Landelijk Meetprogramma Vlinders wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Annette van Berkel; Kars Veling
Grafieken: Landelijk Meetprogramma Vlinders