Komt het staartblauwtje definitief terug in ons land?
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
In mei van dit jaar was er al een staartblauwtje gezien en in augustus waren er waarnemingen van tien verschillende locaties in het zuiden van het land. Het staartblauwtje doet, na bijna tachtig jaar afwezigheid, een nieuwe poging zich hier in Nederland te vestigen.
In 2011 werden de eerste staartblauwtjes weer in ons land gezien en werd ook voortplanting geconstateerd. De laatste waarneming daarvoor dateerde van bijna tachtig jaar geleden (1933). Het staartblauwtje komt voor in een groot deel van Midden-Europa en is een mobiele vlinder die nogal eens flinke afstanden zwerft. Als gevolg van de klimaatverandering schuift deze soort langzaam op naar het noorden.
In het voorjaar werd hij gezien bij Maastricht, waar hij ook in 2011 al was waargenomen en waar hij ook de afgelopen jaren, met uitzondering van 2013 is gezien. Het lijkt erop dat de soort zich hier als eerste gaat vestigen, maar dat is pas officieel als hij zich vijf jaar achtereen op een plek heeft voortgeplant. Ook op andere plekken in het zuiden van het land zijn er meldingen uit meerdere jaren en de verwachting is dan ook dat het om een vlinder gaat, die zich blijvend in ons land thuis zal voelen.
De waardplanten, waarop de rupsen zijn gespecialiseerd, zijn diverse vlinderbloemigen waaronder rolklaver, maar ook rode klaver en die komt veel voor, dus wellicht dat er nog meer vliegplaatsen zullen worden ontdekt. Het staartblauwtje vliegt nog door tot eind september en er is dus nog volop de mogelijkheid om hem op andere plekken te vinden. Opletten dus de komende weken! Het staartblauwtje is behalve aan het staartje (dat niet altijd meer aanwezig is) goed te herkennen aan de twee oranje vlekken op de onderkant van de achtervleugel. Icarusblauwtje heeft veel meer oranje op de onderzijde. Bij oude staartblauwtjes is het oranje soms bijna onzichtbaar en dan heeft de vlinder wel wat weg van een boomblauwtje. Probeer, als u er een tegenkomt, een foto te maken. Zelfs een klein en niet helemaal scherp plaatje kan voldoende zijn voor determinatie.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting