Staartblauwtje in opmars
De VlinderstichtingHet staartblauwtje komt voor in een groot deel van Midden-Europa en is een mobiele vlinder die nogal eens flinke afstanden zwerft. Het is een vrij makkelijke soort die niet heel hoge eisen stelt aan zijn leefgebied. De opmars van het staartblauwtje hangt zeker samen met klimaatopwarming, maar ook met natuurontwikkeling, waardoor er een groter aanbod is van natte graslanden met een wat ruderaal karakter. De waardplanten, waarop de rupsen zijn gespecialiseerd, zijn diverse vlinderbloemigen waaronder rolklaver, maar ook rode klaver en die komt veel voor in natuurontwikkelingsgebieden. Wat betreft het gewenste beheer op die plekken is het gefaseerd maaien van plekken met rode klaver en moerasrolklaver aan te bevelen. Ook extensief begrazen kan in het leefgebied van het staartblauwtje prima, als er maar een continu aanbod is van nectar- en waardplanten. Helemaal geen beheer is zeker niet goed, want dan verruigt het leefgebied snel en wordt ongeschikt.
Tot nu toe is het staartblauwtje dit jaar uit bijna 40 kilometerhokken gemeld. Alle vindplaatsen zijn in het oosten van het land. Verreweg de meeste meldingen komen uit Limburg, maar ook in Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en Groningen is de soort gezien. Op veel plekken is ook gezien dat er eitjes zijn afgezet. Het staartblauwtje vliegt nog door tot eind september en er is dus nog de mogelijkheid om hem op andere plekken te vinden. Het staartblauwtje is behalve aan het staartje (dat niet altijd meer aanwezig is) goed te herkennen aan de twee oranje vlekken op de onderkant van de achtervleugel. Icarusblauwtje heeft veel meer oranje op de onderzijde. Bij oude staartblauwtjes is het oranje soms bijna onzichtbaar en dan heeft de vlinder wel wat weg van een boomblauwtje. Probeer, als u er een tegenkomt, een foto te maken. Zelfs een klein en niet helemaal scherp plaatje kan voldoende zijn voor determinatie.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling; Pieter van Breugel
Kaart: NDFF