Juli: zandoogjesmaand
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Zandoogjes zijn echte zomervlinders. Twee algemene, bruin en oranje zandoogje, hebben maar een generatie die in de zomer vliegt. Op dit moment zijn ze veel te zien, maar ze komen niet in het hele land evenveel voor. Waar moet je zijn?
Het bruin zandoogje is het meest talrijke zandoogje. Deze komt verspreid door het hele land voor, hoewel er wel delen zijn waar hij niet of nauwelijks aanwezig is. Zo ontbreekt hij in delen van het rivierengebied en delen van het polderland van Zuid- en Noord-Holland en het westelijke deel van Friesland.
Het is een echte graslandvlinder en als hij ergens aanwezig is kunnen de aantallen enorm oplopen. Al vanaf het begin van de tellingen in het kader van het meetnet vlinders is het bruin zandoogje de nummer 1. Elk jaar worden van deze soort de meeste vlinders geteld. De aantallen zijn wel steeds het hoogste, maar bruin zandoogje zit lang niet in alle getelde routes. De dichtheden kunnen enorm zijn en in sommige routes worden er wel 50 stuks geteld in een strookje van 5 meter breed en 50 meter lang. De vlinder heeft een langgerekte vliegtijd. De eerste verschijnen eind mei, begin juni en tot in september kunnen bruin zandoogjes nog worden gezien.
Oranje zandoogje verschijnt in juli en na eind augustus worden er nog maar weinig gemeld. Ook oranje zandoogjes kunnen met tientallen bij elkaar worden gezien, maar deze soort heeft een bijzondere verspreiding in ons land. In Zuid-Nederland is het een algemene soort: in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland kun je ze nu volop tegenkomen. De laatste jaren breidt de soort zich ook uit in de duinen van Zuid-Holland. In het midden van het land komt het oranje zandoogje niet voor. De waarnemingen die hiervandaan komen hebben meestal betrekking op vergissingen en de andere keren op incidentele zwervers. Voortplanting wordt hier niet gezien. In Noordoost-Nederland daarentegen is de soort weer veel aanwezig. Drenthe is het kerngebied, maar ook in aangrenzende delen van Friesland, Groningen en Overijssel kun je hem waarnemen. De komende weken heeft u volop de gelegenheid ze te vinden.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaart: NDFF