Speuren naar vervuiling door minuscuul plastic
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Milieukundige Bart Koelmans van Wageningen University onderzoekt de komende jaren of Nederlandse rivieren, beken en meren vervuild zijn met minuscule plasticdeeltjes. In laboratoriumproeven bleken deze zogenaamde nanoplastics een veel negatievere uitwerking te hebben op organismen dan grotere plasticfragmenten.
Er zijn echter nog geen methodes om deze vervuiling aan te tonen in water. Koelmans project kreeg onlangs een beurs van 650 duizend euro van wetenschapsfinancier STW, aangevuld met 220 duizend euro van andere organisaties.
Onze oceanen zijn vervuild met een ‘plastic soep’. Een fenomeen dat bekendheid kreeg door foto’s van gestorven vogels van wie de maag vol zit met opgegeten plastic. In de praktijk verweert plastic afval echter snel, veelal tot microdeeltjes kleiner dan 5 millimeter. Experts vermoeden dat in ons milieu zelfs nog veel kleiner plastic rondzwerft. Minuscule fragmenten met een doorsnede van 100 nanometer; duizendmaal zo klein als een haar. Zulke nanoplastics ontstaan bijvoorbeeld bij de spuitkop van werkende 3D-printers. ‘Ze zijn echter nog nooit aangetoond in zoet water’, zegt Koelmans, persoonlijk hoogleraar bij de leerstoelgroep Aquatische ecologie en waterkwaliteitsbeheer.
Koelmans wil meetinstrumenten ontwikkelen die nanoplastics kunnen aantonen en monitoren. Hierbij zijn microscopen en het blote oog nutteloos. Er moet gebruik worden gemaakt van gespecialiseerde meetinstrumenten. Deze moeten nanoplastics ontmaskeren aan de hand van materiaaleigenschappen, zoals de bewegingssnelheid in een stromende vloeistof. Het blijft een uitdagend project, zegt Koelmans. Alleen al omdat in water allerlei ander afval drijft, zoals ijzerdeeltjes en verfresten.
De milieukundige wil ook de impact van deze plasticvervuiling bestuderen. De eerste experimenten, met in het laboratorium gemaakte nanoplastics, zijn alarmerend. ‘Grotere plasticdeeltjes gaan er aan de ene kant in en aan de andere kant uit. Hoogstens raken kleinere dieren verstopt’, zegt Koelmans. Maar nanoplastics zijn zó klein dat andere regels gelden. Zo kunnen ze door de darmwand heen het lichaam in. Bovendien binden ze veel meer schadelijke stoffen. In het laboratorium is hier al fragmentarisch kennis over verzameld. Koelmans wil uiteindelijk systematisch en realistisch kunnen inschatten wat de risico’s zijn.
Tekst: Rob Ramaker, Resource
Foto: Dantor, CC BY-SA 3.0-licentie