Plastic nanodeeltjes ook schadelijk voor zoetwaterorganismen

15-OKT-2014 - Niet alleen in zeeën en oceanen maar ook in binnenwateren ondervinden organismen nadelige effecten van plastic nanodeeltjes. Zulke deeltjes remmen de groei van algen, veroorzaken misvormingen van watervlooien en verstoren de communicatie tussen kleine organismen en vissen. Dat is de uitkomst van onderzoek van Wageningen University en IMARES, onderdeel van Wageningen UR, gepubliceerd in het laatste nummer van Environmental Science and Technology. Het is voor de eerste keer dat de schade als gevolg van plastic in zoet water is onderzocht.

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Niet alleen in zeeën en oceanen maar ook in binnenwateren ondervinden organismen nadelige effecten van plastic nanodeeltjes. Zulke deeltjes remmen de groei van algen, veroorzaken misvormingen van watervlooien en verstoren de communicatie tussen kleine organismen en vissen. Dat is de uitkomst van onderzoek van Wageningen University en IMARES, onderdeel van Wageningen UR, gepubliceerd in het laatste nummer van Environmental Science and Technology. Het is voor de eerste keer dat de schade als gevolg van plastic in zoet water is onderzocht.

Al langer wordt de aanwezigheid van plastic, ‘plastic soep’, in de oceanen beschouwd als een groot probleem voor het onderwaterleven. Tot dusver is echter nog weinig onderzoek gedaan naar gehaltes en effecten van plastic in het zoetwatermilieu. “Belangrijke bronnen van plastic bevinden zich op het land, en dus is het belangrijk om ook daar te kijken naar effecten van plastic” aldus prof. Bart Koelmans, leider van de onderzoeksgroep van Wageningen University en IMARES: “Het is bekend dat nanoplastic deeltjes kunnen vrijkomen bij verschillende processen, zoals bij ‘thermal cutting’ van plastics, 3D printen, en door slijtage van kleine plastic deeltjes door het schuren met zand, een proces dat dus waarschijnlijk ook gewoon in de natuur optreedt”.

Misvormingen in verschillende ontwikkelingsstadia van pasgeboren watervlooien. Linksboven: normaal ontwikkelde pasgeborene; Midden boven: bult in de schaal. Rechtsboven: onvolledig ontwikkelde antenne, gebogen wervelkolom; Linksonder: normaal ontwikkelde antenne; Rechtsonder: korte antenne (foto’s: Wageningen UR)

Koelmans en zijn collega's doen uitgebreid onderzoek naar de effecten van plastic in het watermilieu. Eerder publiceerden zij over de aanwezigheid van plastic in vissen, de accumulatie van toxische stoffen afkomstig uit het plastic en naar de effecten op mariene organismen zoals mosselen en zeepieren.

Kairomonen
In het onderzoek naar de effecten van de superkleine plastic deeltjes in zoet water stelden promotie-onderzoekster Ellen Besseling en studente Bo Wang watervlooien bloot aan diverse concentraties nanoplastic. Bij hogere concentraties nam de groei van de algen af. Watervlooien bleken kleiner te zijn als ze waren blootgesteld aan nanoplastic, en hun nakomelingen vertoonden allerlei misvormingen. “Het zijn de eerste effecten die zijn gemeten voor zoetwaterorganismen en we weten nog niet goed hoe groot het probleem nu echt is’ zegt Ellen Besseling. Zij meent dat meer onderzoek nodig is naar de bronnen, de concentraties en de effecten van nanoplastic in water, ook voor andere organismen.

De effecten werden bekeken met en zonder zogeheten kairomonen in het water. Dat zijn signaalstoffen afkomstig van vissen die voor watervlooien als een waarschuwing werken. Intrigerend vinden de onderzoekers dat het effect van de kairomonen sterker bleek in aanwezigheid van nanoplastic. Omdat chemische communicatie zo wijdverbreid voorkomt in bijvoorbeeld het vinden van een partner, van voedsel, of in vermijden van predatoren zoals vis, duidt het ook op mogelijke subtiele verstoringen bij lage concentraties, die niet gemakkelijk met kleine standaard-ecotoxicologische testen te constateren zijn maar wel op termijn in blootgestelde ecosystemen tot veranderingen in het voedselweb kunnen leiden, menen zij.

Tekst en foto's: Wageningen UR