Dreigende eenvormigheid van kwelders aanpakken
Bericht uitgegeven door Programma Rijke Waddenzee [land] op [publicatiedatum]
De natuurwaarden van de kwelders langs de vastelandskust van de Waddenzee worden bedreigd doordat ze nog altijd opslibben en de plantensoort zeekweek steeds dominanter wordt. Maar met de juiste mix van beheersmaatregelen kan dit probleem worden aangepakt.
Dit blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Verjonging van half-natuurlijk kwelders en schorren’, (pdf; 4,1 MB) dat in opdracht van Ontwikkeling + Beheer Natuurkwaliteit (OBN) is uitgevoerd. De trend van opslibbing en de dominantie van zeekweek zijn mede een probleem, omdat het zo moeilijker wordt om aan de strenge kwaliteitseisen van Natura 2000 te voldoen.
Diversiteit in gevaar
Kwelders die te hoog worden komen steeds minder onder invloed van de zee, waardoor de plantensoort zeekweek gaat domineren. Door deze tarwe-achtige plant dreigt de kwelder te verruigen, waardoor vogelsoorten verdwijnen en andere kwelderplanten minder kans maken. De kwelders worden daardoor eenvormiger. Zo vermindert de biodiversiteit van het kwelderlandschap.
Maatregelen
De onderzoekers hebben ontdekt dat de mate van opslibbing en zeekweekdominantie per kwelderzone en per deelgebied verschilt. Per zone en per gebied moet gekeken worden wat de beste maatregelen zijn. Dat kunnen ‘traditionele’ maatregelen zijn zoals beweiding, beperking van de ontwatering of verminderd onderhoud aan rijshouten dammen. Mocht dat niet afdoende zijn, dan kunnen er maatregelen worden genomen die verder gaan, zoals verkwelderen van zomerpolders of het terugleggen van dijken. Mogelijk komt ook (diep) afgraven in aanmerking.
Om twee voorbeelden te noemen. Op veel plaatsen langs de Friese kust is de opslibbing hoog, daardoor kun je hier het onderhoud aan de rijshouten dammen verminderen. Dat geeft meer dynamiek doordat je meer afslag krijgt. Het zoute water kan hierdoor makkelijker over de kwelder heen spoelen. Dit zal hier zorgen voor een pioniervegetatie, met bijvoorbeeld Engels slijkgras en zeekraal. Door de hoge opslibbing zal dit op den duur weer aangroeien. Waarna je dus moet kijken naar de verdergaande maatregelen.
Een ander voorbeeld zijn brede kwelders zoals Noarderleech. Die hebben vaak een komvorm, doordat het middendeel lager is dan de wadrand en het deel tegen de dijk. In dat middendeel blijven makkelijk waterplassen staan. Hier krijg je dan ook een pioniervegetatie. Deze waterplasvorming kan gestimuleerd worden door de afwatering van de kwelder te verminderen. Met het geheel of gedeeltelijk verkwelderen van de zomerpolders in dit gebied zou het areaal pioniervegetatie nog verder toe kunnen nemen. Hierover loopt nog een discussie met de huidige gebruikers en andere belanghebbenden.
Kwelderbeheer Waddenzee
De onderzoekers doen de aanbeveling om te opereren vanuit de ‘leren door doen’ filosofie: monitor de gevolgen van maatregelen goed en gebruik deze ervaringen om het kwelderbeheer (ook op andere locaties) doelgerichter te maken.
Het Programma naar een Rijke Waddenzee zal dit rapport gebruiken om, samen met betrokkenen, verder uitvoering te kunnen geven aan een totaalstrategie voor de vastelandskwelders langs de Nederlandse Waddenzee. Uiteindelijk doel is de biodiversiteit langs de randen van het Wad te verhogen.
Tekst: Programma naar een Rijke Waddenzee
Foto’s: Wim Schoorlemmer; Joop van Houdt, Beeldbank Rijkswaterstaat