Dekens van spinnendraden die deinen in de wind

Een deinende deken van spinnendraden

EIS Kenniscentrum Insecten
4-MEI-2015 - Spinnen gebruiken hun zijden draden niet alleen om webben te maken, maar ook om zich te verspreiden. Met een lange draad zweven ze naar nieuw leefgebied: ‘balloonen’ heet dit met een mooie naam. In het Fochtelooërveen werd een wel heel bijzondere waarneming van dit fenomeen gedaan: balloonende spinnen zorgden voor een deken van spinnendraden op de grond.

Bericht uitgegeven door EIS Kenniscentrum Insecten op [publicatiedatum]

Spinnen gebruiken hun zijden draden niet alleen om webben te maken, maar ook om zich te verspreiden. Met een lange draad zweven ze naar nieuw leefgebied: ‘balloonen’ heet dit met een mooie naam. In het Fochtelooërveen werd een wel heel bijzondere waarneming van dit fenomeen gedaan: balloonende spinnen zorgden voor een deken van spinnendraden op de grond.

Deinende deken
Op 10 april werd in het Fochtelooërveen langs het nieuw ingerichte Kleine Veen een opvallend en spectaculair, in de wind deinende deken van spinnendraden waargenomen. Het ging om een oppervlakte van vele honderden vierkante meters aaneengesloten deken; zo ver het oog kon reiken.

Dekens van spinnendraden die deinen in de wind (foto: Judith Bouma-Litjens)

Ook de verantwoordelijken voor deze lap aan webben werden gefotografeerd. Het bleek te gaan om wolfspinnen (een Pirata-soort of soorten), maar er werden ook enkele andere spinnetjes gezien. De spinnen werden op verschillende plekken op wat hogere punten aangetroffen. Tijdens de waarneming was het zonnig weer, niet te koud en er stond een zacht briesje: ideaal voor ballooning.

Onvolwassen wolfspinnen (Pirata) en een hangmatspin (foto: Judith Bouma-Litjens)

Balloonen
Jonge spinnetjes willen zich vaak tijdens warme en rustige dagen verspreiden door te balloonen. Ze begeven zich naar een hoog punt, steken hun achterlijf omhoog, en maken een draadje dat de lucht in gaat. Als het draadje genoeg wind vangt, laat de spin zich los en wordt opgetild naar verre (of minder verre) oorden. Dit gebeurt met name door jonge (en dus lichte) spinnen van vele soorten. Maar ook volwassen spinnen laten dit gedrag zien, met name de wat kleinere soorten.

Spinnen zoeken een hoog punt uit, om van daaruit te balloonen (foto: Judith Bouma-Litjens)

Al die draadjes om te balloonen leiden niet tot de matten. Maar als de spinnetjes op zoek gaan naar hoge punten, laten ze tijdens het lopen draden achter. Het zijn deze draden die op de bodem blijven liggen. Wat hier precies de functie van is is onduidelijk. Mogelijk zijn het ‘leidraden’ zodat de spinnen hun weg weer kunnen terugvinden als ze een stukje verder worden geblazen of als uiteindelijk blijkt dat het balloonen toch niet gaat lukken. Het zou dan door het grote aantal spinnetjes komen dat het een dradendeken wordt. Een andere mogelijkheid is dat de jonge en kwetsbare spinnen expres zo’n dichte mat aan draden maken, waardoor bijvoorbeeld plots verschijnende roofdieren verward raken. Maar misschien is er wel een heel andere verklaring.

Tot slot
De mooie waarneming roept dan ook allerlei vragen op. Bevindt het nieuw aangelegde Kleine Veen zich juist in een ontwikkelingsstadium waarin de wolfspinnen massaal aanwezig zijn? Willen de wolfspinnen zich zo massaal verbreiden door voedselgebrek? Zijn heel specifieke weersomstandigheden de aanzet tot het massaal balloonen? En hoe ontstaat zo’n dek aan draden precies? Het blijven vooralsnog mysteries die alleen met veel extra veldwaarnemingen zijn op te lossen.

Een week na het fenomeen was er van het deinende deken niets meer te zien. Opvallend is nog dat vorig jaar langs het Kleine Veen ook al dergelijke golvende spinnenwebben zijn waargenomen, maar niet zo massaal als dit jaar. Het wordt dus spannend of volgend jaar hetzelfde fenomeen, misschien wel op nóg grotere schaal, te zien zal zijn!

Tekst: Judith Bouma-Litjens, www.fochtelooerveen.info, Jinze Noordijk & Peter J. van Helsdingen, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto’s: Judith Bouma-Litjens