Groenblauwe dooradering in de Ooijpolder
Stichting BargerveenBericht uitgegeven door Stichting Bargerveen [land] op [publicatiedatum]
Planten, insecten, amfibieen en broedvogels lijken te profiteren van de ontwikkelingen in het Voorbeeldgebied Landschapsontwikkeling Ooijpolder. In dit gebied is de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in kruidenstroken, struweel en ecologische oevers langs sloten en greppels. Hierdoor ontstond een netwerk van ‘groenblauwe dooradering’ waarmee de Nijmeegse stuwwal en de uiterwaarden van de Waal worden verbonden.
Natuur en recreatie
In het agrarische gebied van de Ooijpolder bij Nijmegen is in de afgelopen jaren een ecologisch netwerk ontwikkeld, bestaande uit kruidenrijke groenstroken, struweel, poeltjes en ecologische oevers van greppels en sloten. Deze ‘groenblauwe dooradering’ van het landschap moet er voor zorgen dat plant- en diersoorten van de omliggende natuurgebieden elkaar kunnen bereiken en zodoende gezonde populaties kunnen handhaven. Daarnaast zijn langs deze elementen boerenlandpaden aangelegd, waardoor de polder ook voor recreanten zeer aantrekkelijk is geworden.
Toename soorten
Sinds 2011 worden langs vaste routes planten en dierenin de landschapselementen gemonitord. Daarnaast vinden er al decennia lang tellingen van broedvogels plaats in de Ooijpolder. Deze gegevens zijn nu geanalyseerd en laten zien dat de soortenrijkdom van planten en veel ongewervelden sterk is toegenomen. Ook is vastgesteld dat de dichtheid aan ongewervelde dieren – en daarmee ook prooidieren voor vogels, amfibieën en zoogdieren – tot vijf maal hoger was in de ontwikkelde kruidenstroken dan in de omliggende graslanden.
Broedvogels en Kamsalamander
Broedvogels lijken te profiteren van de maatregelen. In gecombineerde landschapselementen, bestaande uit zowel graskruidenstroken met struweel en vochtige greppels, nam het aantal territoria van Grasmus, Graspieper en Veldleeuwerik sterk toe. Enkelvoudige landschapselementen zijn minder soortenrijk, maar hebben een positief effect op de dichtheid aan broedvogels. Daarnaast zijn in een flink aantal nieuwe poelen al Kamsalamanders aangetroffen.
Verdere ontwikkeling
Er zijn nog wel wat kanttekeningen te maken bij de positieve ontwikkelingen. Zo gaat het nu veelal om in Nederland vrij algemene soorten en zijn zowel de variatie in dichtheden en de turnover (het verdwijnen en verschijnen) van plant- en diersoorten tussen jaren nog vrij hoog. Een gefaseerd maai- en opschoningsbeheer van de landschapselementen zal waarschijnlijk een positief effect hebben op de verdere ontwikkeling van de biodiversiteit.
Het voorbeeldproject wordt uitgevoerd door Via Natura. De monitoring is uitgevoerd door de Flora & Fauna Werkgroep Gelderse Poort, Bureau Stachys, Stichting Ark en vrijwilligers van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Stichting Bargerveen analyseerde de data.
Tekst: Marijn Nijssen, Stichting Bargerveen
Foto's: Rainer Teuher, René Faber, Kars Veling