Eenmalig gebruik. Struikspin vrouwtje

Struikspin: spin van het jaar 2015

EIS Kenniscentrum Insecten
24-JAN-2015 - De spin van het jaar 2015 is de struikspin of spookspin. In heel Europa wordt het onderzoek aan deze spin dit jaar extra gestimuleerd. De struikspin is de enige soort uit het geslacht Anyphaena in ons land. In de streken rond de Middellandse Zee komen nog enkele soorten voor, maar de meeste verwante soorten zitten in Noord- en Midden-Amerika.

Bericht uitgegeven door EIS Kenniscentrum Insecten [land] op [publicatiedatum]

De spin van het jaar 2015 is de struikspin of spookspin. In heel Europa wordt het onderzoek aan deze spin dit jaar extra gestimuleerd. De struikspin is de enige soort uit het geslacht Anyphaena in ons land. In de streken rond de Middellandse Zee komen nog enkele soorten voor, maar de meeste verwante soorten zitten in Noord- en Midden-Amerika.

De struikspin (Anyphaena accentuatie) komt voor op bladen van bomen en struiken waar hij zich tussen bladeren inspint. Tot hoe hoog hij in de bomen klimt weten we eigenlijk niet. Het is een jagende spin die zijn prooi niet met behulp van een web vangt, maar de prooi die hij tegenkomt bespringt. EIS Kenniscentrum Insecten verzamelt dit jaar zoveel mogelijk waarnemingen van deze spinnensoort in Nederland.

Struikspin vrouwtje (foto: Joergen Lissner)

Accenten
De struikspin is naar verhouding van flink formaat. De vrouwtjes meten vijf tot negen millimeter; de mannetjes zijn, zoals gebruikelijk bij spinnen, wat kleiner. De dieren zijn geelbruin tot grijsbruin. Ze hebben een karakteristieke tekening op het kopborststuk in de vorm van donkere lengtestrepen aan beide zijden van een licht centraal deel. De struikspin is bovendien gemakkelijk te herkennen aan de twee opvallende driehoekige vlekjes midden op de rugzijde van het achterlijf. Dat zijn de “accenten” die in de wetenschappelijke naam Anyphaena accentuata zijn terug te vinden. Accentspin zou eigenlijk een goede Nederlandse naam zijn. Mannetjes hebben opvallende beharing op de palpen.
Er is nog een ander kenmerk ter controle, maar dit is alleen met een loep te zien bij een spin in een glazen buisje. Aan de onderzijde van het achterlijf zit een spleet halverwege de gebruikelijke genitaalspleet en de spintepels aan de achterlijfspunt. 



Paraplu

De mannetjes zijn vooral in de zomer te vinden. De vrouwtjes zijn langer te zien, tot in de herfst, wanneer ze hun eieren bewaken. Het vrouwtje spint de eicocon in tussen bladeren of naalden aan de toppen van twijgen.
Ook de spin zelf zit vaak tussen bladeren ingesponnen, zodat hij moeilijk te vinden is. Een goede vangmethode is om een omgekeerde paraplu onder een tak van een boom of struik te houden en met een stok op de tak te kloppen, waardoor de spinnen in de paraplu vallen. De accenten op het achterlijf maken hen dan gemakkelijk herkenbaar.



Kenmerkende spleet aan de onderzijde van het achterlijf van het Struikspin mannetje (foto: Joergen Lissner)

Oproep voor waarnemingen

Met behulp van waarnemingen uit heel Nederland willen biologen in 2015 de verspreiding van de struikspin in ons land en in heel Europa nauwkeuriger in kaart brengen. Bovendien willen ze dit jaar extra kennis over de biologie van de soort verzamelen. Gevraagd wordt waarnemingen en bijzonderheden van deze soort door te geven aan Peter van Helsdingen, EIS Kenniscentrum Insecten, Postbus 9517, 2300 RA Leiden. Bij hem is ook een digitaal invulformulier op te vragen voor waarnemingen over de biologie van de soort. In 2015 worden de resultaten gepubliceerd.



Spin van het Jaar

De keuze van de Spin van het Jaar komt democratisch tot stand via voorstellen uit alle Europese landen, waarna een commissie hieruit vijf soorten selecteert, waaruit per land een soort wordt gekozen. Het is een jaarlijks terugkerend project van de ESA, de European Society of Arachnology. Een belangrijk criterium voor de ‘Spin van het jaar’ is dat de soort in alle landen van Europa moet voorkomen, omdat anders immers sommige landen uitgesloten zouden worden. Het doel van het project is om ieder jaar het onderzoek aan één spinnensoort te stimuleren en voor heel Europa nieuwe gegevens te verzamelen, over verspreiding, maar ook over de biologie van de soort. Op die manier wordt ook aandacht gevraagd voor spinnen in het algemeen.

Tekst: Persbericht Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Joergen Lissner