Spinnentelling 2022: de kruisspin op één, gevolgd door de grote trilspin en de venstersectorspin

Op zaterdag trokken er wat buien over het land. Helemaal niet erg voor wie van spinnen wil genieten, want bijvoorbeeld de wielwebben zijn dan voorzien van prachtige ‘pareltjes’. Spinnen kunnen prima omgaan met regen. Veel soorten hebben beschutte plekjes onder bladeren of in speciaal gesponnen ruimtes – zogenaamde retraites – waar ze kunnen schuilen. In de eerste zonnestralen na een regenbui komen sommige spinnen weer tevoorschijn om hun web te herstellen.

Zondag was een rustige nazomerdag en er vlogen veel insecten. Veel spinnen konden zich bezighouden met eten, en bijvoorbeeld ook paren. De meeste mensen die meededen aan de Spinnentelling telden op deze dag en langzaam liep het totale aantal deelnemers op naar 255.

Uitslag

De kruisspin is wederom het meest gezien. Hierna volgden de grote trilspin en de venstersectorspin, en daarmee was de top 3 gelijk aan die van 2019 en 2020. In 2021 stond de gewone huisspin op de derde plaats.

De kruisspin lijkt door het warmere weer in de zomer vroeger in het jaar volwassen te worden. De grote trilspin is de algemeenste soort ín huizen, ze zorgt goed voor haar eieren en jongen en kan heel grappig trillen bij aanraking. De venstersectorspin is zeer algemeen rondom ramen en deuren en vangt heel veel muggen weg rondom huizen. Overdag verbergen ze zich vaak in een holletje, maar ze zijn te tellen aan hun webben. Deze zijn namelijk heel karakteristiek, omdat er een ‘sector’ uit ontbreekt.

Het gemiddelde aantal kruisspinnen per tuin kwam dit jaar op ongeveer 7,3 uit. Dat is weinig in vergelijking met de 2015-2017 en 2021, maar meer dan in de periode 2018-2020. Mogelijk dat het vorige, natte jaar, goed is geweest voor de voortplanting van deze soort en dat we daar nu het resultaat van zien in de erop volgende generatie. Het gemiddelde totale aantal getelde spinnen per tuin ligt sinds 2018 stabiel op tussen de 22 en 27 individuen. In de jaren daarvoor was dat aantal altijd hoger.

En ook nog de valse wolfspin

De valse wolfspin kreeg afgelopen week veel zeer onterechte negatieve aandacht, die gelukkig al snel weer in perspectief geplaatst kon worden. In 2020 werd deze soort voor het eerst gezien tijdens een Spinnentelling, en dit jaar werd de soort op 39 adressen ingevoerd. Het is nog niet zeker dat het hierbij steeds om een valse wolfspin gaat, omdat ze vaak verward wordt met de gewone huisspin. Maar het is – mede gezien een aardige hoeveelheid foto’s van de soort die tijdens het telweekend binnenkwam – desalniettemin nogmaals aangetoond dat de soort een flinke opmars doormaakt.

Tekst: Jinze Noordijk & Johan van ’t Bosch, EIS-Kenniscentrum Insecten; Sjef van Overdijk, Spinnetjes.com
Foto’s: Jinze Noordijk