Zeldzame minuscule paddenstoeltjes gevonden in het Zwanenwater
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
Tot nu toe is het voorjaar kouder verlopen dan we gewend waren. Hierdoor komen de voorjaarssoorten wat later tevoorschijn. Ook bij paddenstoelen is dat merkbaar. Toch heeft een dergelijk voorjaar ook zijn voordelen. Door het gemis van wat in de volksmond “echte voorjaarspaddenstoelen” worden genoemd, bijvoorbeeld Morieljes, wordt er meer aandacht besteed aan andere groepen paddenstoelen.
Tijdens een paddenstoelenexcursie naar het Zwanenwater bij Callantsoog zochten 20 personen ondanks de 5 graden Celsius, een straffe wind en striemende regen, naar paddenstoelen. Omdat de grote voorjaarssoorten door het koude voorjaar niet werden gevonden werd de aandacht verlegd naar wat in het vakjargon “het kleinere werk” wordt genoemd. Hiermee worden de kleinere plaatjesloze vlieszwammen, zakjeszwammen, roesten, meeldauwen en myxomyceten bedoeld. Bij elkaar een zeer grote groep soorten. Deze kunnen op allerlei organische materialen, mest of op de bodem worden gevonden. Takken, boomstammen, bladeren, afgestorven stengels en koeienmest moeten daarvoor met de loep worden afgezocht. Je kunt je afvragen wat iemand bezielt om dat te gaan doen.
Prachtige soorten
De meeste soorten op genoemd substraat zijn klein, maar door de loep vaak nog goed te onderscheiden. Dan valt pas op hoe wondermooi deze vormenrijke dwergjes kunnen zijn. Soms zijn ze echt adembenemend mooi van kleur en vorm. Je kunt er pas over meepraten als je het zelf eens hebt geprobeerd. Onbekende soorten worden thuis met de microscoop uitgesleuteld waarbij je een gerede kans maakt een zeer zeldzame of zelfs een onbekende soort tegen te komen.
Eén van die zeldzaamheden die tijdens de excursie in het Zwanenwater werd gevonden was de Grootsporige melkkorstzwam (Megalocystidium leucoxanthum f. salicis), een korstzwam die uitsluitend op het dode hout van wilgensoorten is te vinden. Het is een zogenaamde plaatjesloze vlieszwam (Aphyllophorales) van vochtige wilgenbroekstruwelen en daardoor in het Zwanenwater helemaal op zijn plaats. De Grauwe en Geoorde wilg en hun kruisingen zijn hier zeer veel voorkomende wilgensoorten die zich sterk uitbreiden. Dit tot wanhoop van de beheerder die er alles aan doet om het open karakter van de groeiplaatsen van de Welriekende en Vleeskleurige orchis te behouden.
Meniezwammetjes
Een geheel andere categorie betrof de vondst van massa’s kleine, min of meer geelrode bolletjes van nog geen halve millimeter doorsnede. Deze zakjeszwammetjes (ascomyceten) zaten op een dode berkentak samen met enkele exemplaren van het algemene Berkenschorsschijfje (Diatrypella favacea). De bolletjes behoorden overduidelijk tot een soort van de omvangrijke groep van de Meniezwammetjes (Nectriaceae). Het viel op dat de bolletjes uitsluitend op de Berkenschorsschijfjes te vinden waren waar ze blijkbaar parasitair op leefden. Na microscopische determinatie bleek het te gaan om het Schorsschijfjesmeniezwammetje (Cosmospora magnusiama). Dit meniezwammetje komt volgens de verspreidingsatlas hoofdzakelijk voor beneden de grote rivieren. De vondst betekent de eerste vondst in het noorden van Nederland.
Allemaal belangrijk
Of paddenstoelen nu klein of groot zijn maakt voor de emotionele en wetenschappelijke waarde niets uit. De populariteit van de kleinere soorten is het afgelopen decennium enorm gestegen, getuige de activiteiten van de werkgroep Cristella van de NMV. Deze werkgroep heeft zich toegelegd op de studie van plaatjesloze vlieszwammen (Aphyllophorales) en andere niet-plaatjeszwammen zoals de zakjeszwammen of ascomyceten. Het aantal publicaties over deze voorheen onderbelichte groepen is daardoor enorm toegenomen.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto’s: Kjell Nilsen; Martijn Oud; Nicolien van Loen