Muizenplaag kan voorkomen worden met kruidenrijk grasland
De Vlinderstichting, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum AkkervogelsBericht uitgegeven door Werkgroep Grauwe Kiekendief [land] & De Vlinderstichting op [publicatiedatum]
Veldmuizen zijn de lemmingen van onze breedtegraad, en vervullen een belangrijke rol aan de basis van het voedselweb. De afgelopen maanden zijn delen van Zuidwest-Friesland overspoeld door veldmuizen. Momenteel wordt nagedacht over een early warning-systeem, en over bestrijdingsmethoden om herhaling van muizenschade te voorkomen. Alle goede bedoelingen ten spijt, met technische oplossingen zal een nieuwe veldmuizenplaag niet worden voorkomen. De meest effectieve oplossing ligt in het creëren van kruidenrijke graslanden.
Hoe ontstond de veldmuizenexplosie in het Friese merengebied?
In een gebied van 12.000 tot 13.000 hectare rondom de Friese meren werd al in het voorjaar van 2014 duidelijk dat er veel veldmuizen waren. Opvallend genoeg ging het om dezelfde gebieden waar ook in 2005 al een veldmuizenpiek voorkwam. Het betreft hoogproductieve landbouwgronden met overwegend grasteelt en in beperkte mate maïs, op een veenbodem met een dunne deklaag van klei. Er is sprake van een hoge omloopsnelheid van meststoffen, aangepaste waterstanden en graszoden die uit een beperkt aantal soorten, met name Engels raaigras, bestaan.
Hoewel het mechanisme achter de ongebreidelde groei van de muizenstand in 2013-2014 door een gebrek aan goede monitoring niet met zekerheid is te achterhalen, is het goed te weten dat een uitbraak van de veldmuis op onze breedtegraad vaak samenvalt met het ontstaan van een pionierssituatie. Veldmuizen zijn altijd overal en ergens aanwezig, en kunnen in een pionierssituatie overgaan op een, tijdelijk, ongelimiteerde reproductie. Door een combinatie van weersinvloeden en gunstige bodemfactoren vond feitelijk een reset naar een pionierssituatie plaats. De ontwaterde klei-op-veenbodems lenen zich uitmuntend voor stevige gangenstelsels van haarden en burchten, en eiwitrijk gras is in het Friese merengebied volop aanwezig. Het gebied staat ook bekend om zijn lage predatordichtheden, maar predatie had een woelmuizenpiek niet kunnen voorkomen, hooguit wat afvlakken. Een aantal factoren kwam in 2014 bij elkaar, waardoor zich deze uitzonderlijke muizenplaag kon ontwikkelen. Bij een ongewijzigd landbouwsysteem zal een dergelijke muizenplaag zich in de komende decennia zeker herhalen. Veldmuizencycli zullen blijven bestaan, maar het is de vraag of ze zo dramatisch moeten uitpakken.
Landbouw zelf heeft oplossing
Hoe kan het tij gekeerd worden? De huidige aanpak is naar ons idee ineffectief. Bestrijding staat voorop, en de kosten daarvan zullen waarschijnlijk wel ergens door de maatschappij worden betaald. Koudwaterinjectie en kooldioxide worden toegepast om massaal veldmuizen te verdelgen. Vanuit het perspectief van wanhopige veeboeren wellicht te begrijpen, vanuit een overheid die het algemeen belang bewaakt wat minder.
Wij bepleiten een verandering van het huidige intensieve landbouwsysteem naar een landbouwsysteem met een grotere veerkracht. Het ‘natuurinclusieve boeren’ van het Friese initiatief van weidevogelbeschermers “Kening fan ‘e Greide” zit op dat integrale spoor. De grootschalige weideteelt kan een robuuster karakter krijgen door in te zetten op een diverse, kruidenrijke graszode met meerdere grassoorten (zowel bodembedekkers als pollenvormers) en volop ruimte voor kruiden. Zo'n graszode is stevig doorworteld, heeft een gevarieerd bodemleven en is eerder bestand tegen een stevig piekjaar van de veldmuis. Bovendien levert het zowel natuurwinst als een mooier landschap op.
Ten slotte bepleiten wij de veldmuis een serieuze plek te geven in het Nederlandse natuurbeleid; van de last van nu naar de lust van de toekomst. Veldmuizen zijn de lemmingen van onze breedtegraad, en zijn veel belangrijker voor een gevarieerde natuur dan we met zijn allen denken. Ze kunnen het stapelvoedsel vormen voor veel andere soorten als hermelijnen, wezels, bunzingen, vossen, steenuilen, kerkuilen, bosuilen, ransuilen, torenvalken, buizerden, kiekendieven, reigers en ooievaars.
Het weidevogelbeleid kan in het Friese merengebied een uithangbord van formaat zijn. Van een kruidenrijk grasland profiteren niet alleen de grutto’s, die net als de kieviten onlosmakelijk met de Friese cultuur zijn verweven, maar ook overwinterende goudplevieren, veldleeuweriken en tal van graslandvlinders en bijen.
Een stevige, kruidenrijke grasmat zou ecologisch en economisch wel eens de meest effectieve oplossing kunnen zijn om uitzonderlijke veldmuizenplagen te voorkomen.
Tekst en foto's: Ben Koks, Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief, Anthonie Stip, De Vlinderstichting, Menno Gerkema, veldmuisonderzoeker