Zuidelijke heidelibel krijgt voet aan grond in Vlaanderen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
In 2013 kende Vlaanderen de grootste gedocumenteerde invasie ooit van de Zuidelijke heidelibel. Nooit eerder werd deze zeldzame soort zo vaak waargenomen. Ook 2014 belooft een succesjaar te worden: vanuit de kustregio stromen de eerste waarnemingen al binnen. De zuiderse toeristen van vorig jaar hebben zich hier kunnen voortplanten, zo blijkt uit recente waarnemingen van jonge, niet uitgekleurde exemplaren aan de kust. Natuurpunt wil dat opvolgen. De natuurvereniging roept iedereen op om waarnemingen van de soort, liefst vergezeld van een bewijsfoto, door te sturen via www.waarnemingen.be.
Haar naam doet het al vermoeden: de Zuidelijke heidelibel is een libellensoort die haar thuisbasis heeft in Zuid-Europa en Noord-Afrika. Daar is de soort plaatselijk zelfs zeer algemeen. De populaties die zich het dichtst bij Vlaanderen bevinden, situeren zich in Midden-Frankrijk. In ons land is het een uiterst zeldzame verschijning. Voor 2000 was de soort zeer zeldzaam, van 2000 tot en met 2012 bleef het bij een vijftal waarnemingen per jaar op een handvol locaties (uitgezonderd in de jaren 2009 en 2010: toen werden een 20-tal respectievelijk een 15-tal waarnemingen verricht). Maar ondanks dit beperkt aantal waarnemingen, werd er sinds 2000 ook herhaaldelijk voortplanting vastgesteld. In 2013 zorgde een invasie van de soort voor een stevige duw in de rug van de reeds gevestigde populatie (lees daar meer over). Er werden een 50 tal waarnemingen verricht van in totaal een 70 tal dieren op minstens 30 locaties.
De verwachtingen voor 2014 zijn hooggespannen, omdat dit jaar moet blijken in welke mate de bezoekerstoevloed van vorig jaar zich heeft kunnen voortplanten. De voorbije 20 jaar hebben tal van meer zuidelijke libellensoorten zich gevestigd in Vlaanderen, of hebben ze zich sterk uitgebreid. Sommige zijn inmiddels echte blijvers, zoals de Vuurlibel, de Zwervende pantserjuffer, de Kanaaljuffer, de Gaffelwaterjuffer en de Zwervende heidelibel. Anderen lijken goed op weg om tot onze vaste libellenfauna te gaan behoren, zoals de Zuidelijke keizerlibel, de Zuidelijke oeverlibel en mogelijk ook de Zuidelijke glazenmaker. Om van een duurzame populatie te spreken, moet er minstens 10 jaar lang sprake zijn van voortplanting. Aan die steeds langere lijst van zuidelijke soorten die onze inheemse fauna vervoegen, kunnen we dus stilaan ook Zuidelijke heidelibel gaan toevoegen. Om hier zekerheid over te hebben, willen we de soort goed opvolgen.
Op 17 juni 2014 werd in de Zwinduinen en -bossen te Knokke een niet-uitgekleurd volwassen dier (‘imago’ genoemd) van de Zuidelijke heidelibel gezien. Het gaat om een jong exemplaar, dat nog maar net ‘uitgeslopen is’, dat wil zeggen dat het pas verveld is van larve (die in het water leeft) naar volwassen dier. Op 25 en 26 juni werden opnieuw meerdere pas uitgeslopen dieren geteld, zowel aan de Oostkust (in de Zwinbossen) als aan de Westkust, in Oostduinkerke. Er vond dus volop succesvolle voortplanting plaats in de (na)zomer van 2013.
Graag willen we voor 2014 van zoveel mogelijk locaties te weten komen of de Zuidelijke heidelibel er zich voortplant. Daarom roepen we de waarnemers op om attent te zijn. Omdat de soort lastig te determineren is, vragen we waarnemers om hun vondsten met foto’s te documenteren en door te geven via www.waarnemingen.be. De geïllustreerde determinatietabel voor heidelibellen kan daarvoor een handig hulpmiddel zijn.
Heidelibellen vormen bij ons de meest algemene groep libellen in de nazomer en de herfst. Ze kenmerken zich door hun rode en gele kleuren, met meer of minder zwarte kleurtoetsen. De kleur hangt verder nog af van geslacht en leeftijd. Dat zorgt ervoor dat het op naam brengen geen kinderspel is. De Zuidelijke heidelibel heeft als kenmerk dat ze een weinig opvallende tekening heeft. Er is nauwelijks zwart op de zijkanten van het borststuk, de poten zijn bruingeel met meestal slechts een smalle zwarte streep. Bij volwassen mannetjes is het achterlijf lichtrood. Typisch is ook dat ze vaker dan andere heidelibellen parasitaire mijten op vleugels of borststuk meedraagt.
Hoewel de Zuidelijke heidelibel sinds vorig jaar verspreid over Vlaanderen waargenomen werd, lijkt de kuststreek toch een hotspot te zijn. Ook in de omgeving van Antwerpen (met name de Antwerpse Linkeroever) en verspreid over de Kempen zijn heel wat waarnemingen verricht. In principe kan men deze heidelibel zowat overal vinden.
De soort verkiest ondiepe, snel opwarmende waterplassen om de eieren af te zetten. Duinplassen (poelen in de duinen) zijn favoriet leefgebied. Maar men kan gaan speuren bij allerlei ondiepe plassen die zonbeschenen gelegen zijn.
Tekst: Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie
Foto's: Johan Buckens