Rottums zijn in beweging maar verdwijnen niet
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Rijkswaterstaat heeft samen met Onderzoeksinstituut Deltares de ontwikkelingen sinds de jaren ‘80 van de onbewoonde eilanden Rottumerplaat, Rottumeroog, Zuiderduin, en de tussenliggende zeegaten, op een rij gezet. De belangrijkste conclusie is dat deze eilanden in het oostelijk deel van de Nederlandse Waddenzee sterk van uiterlijk veranderen, maar zeker nog decennia zullen blijven bestaan. Bij het huidige kustbeheer door Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer krijgen natuurlijke processen alle ruimte; dit leidt niet tot verdwijnen van de eilanden.
Uit analyse van metingen sinds 1989 blijkt dat Rottumerplaat verder in oostelijke richting is gewandeld. Het Zeegat van de Lauwers leidt tot sterke afslag aan de westzijde van ‘Plaat’, en zorgt tegelijk ook voor de vorming van een forse buitendelta, die op haar beurt de noordoostkant van het eiland van vers zand voorziet. Ondanks de grote veranderingen blijven areaal en volume van Rottumerplaat vrijwel stabiel.
Rottumeroog
Het kleinere Rottumeroog breidt zich naar het oosten uit en wandelt zuidwaarts onder invloed van het Horsborngat ten noorden van het eiland. Het is de verwachting dat Rottumeroog samengroeit met het zuidelijker gelegen eilandje Zuiderduin, waardoor het uiteindelijk fors in volume en areaal zal toenemen. Door toedoen van omringende geulen is de oppervlakte van ‘Oog’ afgelopen decennia onder de laagwaterlijn afgenomen, maar boven de hoogwaterlijn neemt het eiland de laatste jaren juist in omvang en volume toe.
Opvallend is verder de sterke groei van Het Schild, de geul die ‘Oog en Plaat’ van elkaar scheidt. Tot de jaren tachtig nam dit zeegat sterk af. Met de huidige opvallende groei van het zeegat zullen Rottumeroog en Rottumerplaat niet snel aaneengroeien. De groeiende buitendelta van Het Schild zorgt ook voor extra bescherming van Rottumeroog. Al met al is duidelijk dat de eilanden komende decennia niet zullen verdwijnen.
Stuivende duinen en washovers
Eeuwenlang is geprobeerd om met helmgras, stuifschermen en harde middelen de afslag op de Rottums tegen te gaan. Betonmatten en zelfs puin van visserswoningen van Zoutkamp zijn op de Waddeneilandjes terug te vinden. Het wandelen kon daarmee geen halt worden toegeroepen. Sinds Rijkswaterstaat in 1991 stopte met onderhoud aan de kustverdediging en ruim tien jaar later ook aan de stuifdijken, is daar weinig verandering in gekomen.
Wel is het karakter van de eilanden veranderd; ze zijn natuurlijker geworden. In de stuifdijken zijn openingen ontstaan: hierdoor kan zand verder de eilanden opstuiven. Stormvloeden krijgen via die doorbraken, zogenaamde ‘washovers’, ook een grotere invloed. Verwachting is dat water en wind het sediment verder opbrengen waardoor de eilanden over grotere oppervlakten ophogen: gunstig voor het kunnen meegroeien met de zeespiegelstijging.
Rijke flora en fauna
De natuurlijke dynamiek geeft ruimte voor de vorming van jonge duinen; soms ruimt de zee ze weer op en soms krijgen pionierplanten kans om door te groeien. De Rottums zijn daarmee zeldzame wijkplaatsen voor veel soorten flora en fauna geworden, beschermd door Nederlandse en Europese natuurwetten. Vooral de aantallen en soorten vogels zijn indrukwekkend: tijdens de najaarstrek kunnen de aantallen trekvogels op en om Rottumeroog tot 300.000 oplopen. Staatsbosbeheer draagt zorg voor de natuur op de eilanden; verder is deze wildernis in het Werelderfgoed Waddenzee verlaten.
Toekomst
Gezien de bewegingen en veranderingen in het gebied blijft Rijkswaterstaat de metingen continueren. Door te blijven monitoren kunnen we veel leren van de ontwikkelingen van ongestoorde eilandkusten. Iedere zes jaar wordt de Waddenzee en iedere drie jaar de Noordzeekustzone met schepen en vliegtuigen ingemeten. Ook voeren Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer eens in de zes jaar vegetatiekarteringen uit. Er wordt nog gekeken of aanvullende hoogteopnamen van het eiland haalbaar zijn.
Tekst: Staatsbosbeheer
Foto's: Rijkswaterstaat