Heidehaantje slaat weer toe
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op maandag 27 juli 2009
Eens in de paar jaar is het weer zover, dan is plaatselijk het heidehaantje massaal aanwezig en komt de struikhei nauwelijks tot bloei. Ook dit jaar is het raak. Heeft dit ernstige gevolgen voor onze typische heidevlinders?
Vereniging Natuurmonumenten trok vorige week al aan de bel: “er zijn veel heidehaantjes op de Veluwe”. Ook elders in het land zien we plaatselijk helemaal bruine heidevelden. Het heidehaantje is een kevertje van 5 tot 7 millimeter groot, waarvan de larven de blaadjes van de heidestruik leegzuigen. Hierdoor kunnen planten geen water meer opnemen, sterven af en kleuren vervolgens bruin. De larven verpoppen zich in de grond waarna ze er in het voorjaar als kever weer uitkomen. Gemiddeld zo 1 maal per 4 tot 6 jaar bouwt de populatie zich op en wordt dan een plaag waardoor over flinke oppervlaktes de heide wordt aangetast en daarna veelal afsterft . Op die aangetaste heide komt struikhei nauwelijks tot niet in bloei.
Voor Rode Lijstsoorten als heivlinder en kommavlinder is struikhei een van de belangrijkste nectarplanten. Zullen zij weer klappen krijgen dit jaar? Waarschijnlijk valt dat mee. Het heidehaantje is inheems in Nederland en hoort hier thuis. Ook vroeger heeft de soort hier in sommige jaren flink huis gehouden. Wel zijn er tegenwoordig vaker plagen door de grotere stikstofneerslag vanuit landbouw en verkeer. Het haantje gedijt het best in dicht opeen staande heide. Juist de vrij eenvormige (in andere zomers paarse) VVV-heide is gevoelig. In gevarieerde heide is voldoende kale grond en plek voor jonge planten, waar het heidehaantje niet zo van houdt.
Juist in die gevarieerde heide vinden we de typische vlinders van de hei. Daarom zal de invloed van de plaag op deze soorten waarschijnlijk wel mee vallen. De heivlinder (foto) bijvoorbeeld heeft wel veel bloeiende heide nodig, maar komt vooral voor in gevarieerde heidestukken waar ook open zand, hier en daar wat gras en een boom of een struik staat. De losstaande pollen struikheide hier hebben veel minder van het haantje te lijden en staan nu al volop te bloeien.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Jaap Bouwman; Kars Veling