Duinvogelmuur, het 'zieke' bleke zusje van Vogelmuur
FLORONBericht uitgegeven door FLORON [land] op [publicatiedatum]
De omstandigheden zijn nu ideaal om Duinvogelmuur te spotten. Dit plantje, dat erg veel lijkt op 'gewoon' Vogelmuur, is namelijk alleen in het vroege voorjaar te vinden. Bovendien opent ze haar kleine bloemen alleen maar op zonnige dagen. April is de topmaand voor Duinvogelmuur; in de loop van mei is er weinig meer van over. 'Gewoon' Vogelmuur kan het hele jaar door worden aangetroffen.
Onbekend maakt onbemind. Er zijn planten die door hun sterke gelijkenis op algemeen voorkomende familieleden gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Het zijn planten waarvoor je eerst het juiste zoekbeeld moet ontwikkelen. Reden om deze 'dubbelgangers' eens onder de loep te nemen, te beginnen met Duinvogelmuur.
Duinvogelmuur lijkt sterk op twee andere in Nederland voorkomende 'vogelmuren': Vogelmuur en Heggenvogelmuur. Vanwege de sterke onderlinge gelijkenis werden Heggenvogelmuur en Duinvogelmuur in het verleden als ondersoorten van Vogelmuur opgevat. Sinds 1975 is Duinvogelmuur een zelfstandige soort, al zijn de onderlinge verschillen tussen de soorten klein.
Duinvogelmuur stond lange tijd te boek als bewoner van rivier- en zeeduinen, vandaar de naam Duinvogelmuur. Inmiddels is ze al lang niet meer beperkt tot de 'duinen' en komt ze ook in steden en dorpen voor, met name in het zuidoosten van land. Hier groeit ze op allerlei zandige voedselrijke plekken in de volle zon, vooral in bermen, gazons, boomspiegels en op begraafplaatsen. Waarschijnlijk is ze buiten de 'duinen' veel algemener dan uit het verspreidingskaartje blijkt, omdat ze vaak over het hoofd wordt gezien.
Duinvogelmuur is alleen in het vroege voorjaar te vinden. April is de topmaand; in de loop van mei is er al weinig meer van over. Dit is anders dan bij Vogelmuur die het hele jaar door kan worden aangetroffen. Duinvogelmuur is van het drietal ‘look-a-likes’ in alle delen het kleinst. Het heeft de kleinste bladen, de kleinste kelkbladen, de kleinste zaden en het kleinste aantal meeldraden. Kenmerkend voor Duinvogelmuur is ook het (nagenoeg) ontbreken van kroonbladen. Maar daarvoor moet je de bloeiwijzen van heel dichtbij bekijken. Alleen op zonnige dagen zijn de kleine geopende bloemen te zien, slechts bestaande uit vijf gapende kelkbladen. En als je heel goed kijkt (loep!) zie je daartussen ook nog slechts 1 tot 3 meeldraden (Vogelmuur heeft er 3 tot 8). Het stelt dus allemaal bar weinig voor.
Duinvogelmuur is het makkelijkst te vinden op een zonnige voorjaarsdag. In tegensteling tot Vogelmuur, die dan bespikkeld is met kleine witte bloemen, bloeit Duinvogelmuur schijnbaar niet. Duinvogelmuurplanten maken bovendien meestal een 'zieke' bleke, gelige indruk. Duinvogelmuur is nu op haar top. Met nog een aantal mooie zonnige dagen voor de boeg zijn de omstandigheden nu ideaal om haar te spotten!
En als u Duinvogelmuur heeft gezien, voer uw waarneming dan met foto in op waarneming.nl of telmee.nl. Op die manier kunnen we de verspreiding van de soort beter in kaart brengen.
Tekst: Edwin Dijkhuis, FLORON
Foto’s: Peter Meininger; Jelger Herder, DigitalNature; Edwin Dijkhuis