De Nederlandse faunalijst is een vlokreeft rijker
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
In het tweemaandelijks tijdschrift van de Strandwerkgroep “het Zeepaard” van april 2014 is door Marco Faasse en anderen een artikel gepubliceerd over de eerste waarnemingen van de vlokreeft Lysianassa ceratina op de Nederlandse kust. Het is een zuidelijk schaaldiertje, verwant aan onder andere de garnalen, van ongeveer 10 millimeter groot. In 2012 zijn de eerste exemplaren in de monding van de Oosterschelde aangetroffen. Ondertussen zijn er al veel meer waargenomen en lijkt de soort vanuit het zuiden succesvol naar het noorden op te rukken.
Het vlokreeftje Lysianassa ceratina (voor het eerst beschreven door Walker in 1889) was al bekend van de Atlantische oceaan, de Zuidwest-Europese kust en de westkust van de Britse eilanden tot aan de Shetland eilanden. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw zijn er al eerder enkele exemplaren aangespoeld op onze stranden aangetroffen. Maar omdat de omgeving van de stranden niet geschikt is voor deze soort om zich te vestigen kon met deze waarnemingen niet worden vastgesteld of de soort toen al autochtoon op de Nederlands kust voorkwam. In december 2012 zijn door Faasse de eerste autochtone Nederlandse exemplaren aangetroffen op Neeltje Jans, in de monding van de Oosterschelde. Ondertussen is dit vlokreeftje hier elk jaar opnieuw aangetroffen. In 2013 zijn er op een wrak in de zuidelijke deel van de Nederlandse Noordzee heel veel exemplaren aangetroffen: met een dichtheid van tenminste 145 exemplaren per vierkante meter.
Lysianassa ceratina, een Nederlandse naam is nog niet aan deze soort toegekend, is met een lengte van ongeveer een centimeter in vergelijking met de andere Nederlandse vlokreeftjes vrij groot te noemen. Het is een opvallend lichtbruin zeedier met bruine en soms witte vlekjes. Vanwege het gladde lichaamsoppervlak en de bruine kleur heeft Walker deze soort ceratina genoemd: dit betekent “hoornachtig”.
Van 2003 tot en met 2005 is de soort ook al op een wrak op de Belgische Noordzee aangetroffen. Mogelijk is Lysianassa ceratina met behulp van drijvende voorwerpen vanuit het zuiden hier terecht gekomen. Een andere aannemelijke wijze voor het oprukken van deze soort is het stapsgewijs bevolken van de wrakken en andere vormen van hard substraat in de zuidelijke Noordzee.
Vlokreeften behoren net als krabben, kreeften en garnalen en samen met onder andere de insecten tot de stam van de Geleedpotigen en daarbinnen in wat we met een Nederlandse naam de substam van de schaaldieren noemen. Tot de schaaldieren behoren nog veel meer vaak hele kleine land-, zoet-, brak- en zoutwaterdiertjes zoals onder andere de copepoden, amfipoden en isopoden. De orde van de amfipoden noemen we in het Nederlands: vlokreeften.
Wereldwijd zijn er al minstens 9.500 vlokreeften beschreven met een lengte van 0,1 tot ongeveer 34 centimeter. Op de Nederlandse kust komen tientallen soorten voor. Het zijn meestal diertjes van niet meer dan een paar millimeter. Veel soorten vlokreeften zijn nog veel kleiner. De meeste vertegenwoordigers van de familie van de Lysianassidae leven van organisch afval of dode zeedieren. Er zijn zelfs soorten die het vooral gemunt hebben op karkassen van walvissen of specifiek dode krabben. De Lysianassidae zien er zeker niet visachtig uit. Toch zijn het bijna allemaal goede zwemmers die flinke afstanden kunnen overbruggen. Een ander opvallend detail van de vlokreeften is dat ze een zijdelings afgeplat lichaam hebben en een groot deel van hun leven liggend op een zijkant doorbrengen. Van heel veel soorten vlokreeften is weinig of niets bekend van hun levenswijze.
Tekst: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON
Foto: Marco Faasse