De Gedoornde zeespin: een nieuwe autochtone Nederlandse soort
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
De Nederlandse faunalijst is weer een zeediertje rijker: een zeespin met de wetenschappelijke naam Endeis spinosa. Het is een soort die op veel plaatsen algemeen op de Noordwest-Europese kust voorkomt en in het verleden al een aantal keren aangespoeld op de Nederlandse stranden is aangetroffen. In augustus 2014 is deze zeespin voor het eerst door sportduikers levend op de bodem van de Oosterschelde aangetroffen. Daarmee is eindelijk aangetoond dat de soort hier autochtoon aanwezig is en dus een plaats heeft verdiend op onze mariene fauna lijst.
Van wieren en dieren waarvan uitsluitend waarnemingen bekend zijn van op onze stranden aangespoelde exemplaren kunnen we niet zonder meer aannemen dat ze ook als gevestigde populaties in ons kustgebied voorkomen. Mogelijk zijn die organismen over grote afstand en van buiten ons kustgebied aangevoerd op drijvende voorwerpen. Pas als in bijvoorbeeld bodemmonsters of door visuele observaties door onderzoekers of sportduikers levende dieren op de zeebodem of in het getijdengebied worden waargenomen wordt het hier voorkomen van zo’n soort bevestigd. We zeggen dan dat aangetoond is dat de soort autochtoon in ons kustgebied aanwezig is.
De zeespin Endeis spinosa is circa 15 millimeter groot en bekend van de Noorse kust tot in de Middellandse zee. Vanaf 1950 waren er voor de Nederlandse kust alleen maar een beperkt aantal waarnemingen van uitsluitend op het strand aangespoelde dieren gemeld. In augustus 2014 zijn er echter door sportduikers meerdere exemplaren op de bodem van de zuidwestelijke Oosterschelde aangetroffen. Daarmee is eindelijk aangetoond dat de soort hier ook daadwerkelijk leeft en dus autochtoon voorkomt. Het woord autochtoon is afgeleid van het Grieks: αὐτος autos = "zelf" en χθων chthoon = "land, grond".
De wetenschappelijke soortnaam “spinosa” verwijst naar de vele kleine doorntjes die op de poten van deze zeespin staan. Daarom stellen wij voor om, nu we weten dat de soort op de Nederlandse faunalijst thuis hoort, het de Nederlandse naam “Gedoornde zeespin” te geven.
Zeespinnen, Pycnogonida, zijn bijzondere diertjes die uitsluitend in het zoute water voorkomen. Ze vormen een aparte klasse van de geleedpotigen waartoe ook onder andere de insecten, krabben en garnalen behoren. Ze behoren echter niet tot de klasse van de echte spinnen: de Arachnida. Mannetjes van zeespinnen onderscheiden zich van de vrouwtjes door onder andere een extra paar poten aan de onderzijde van het lichaam waar ze pakketjes met bevruchte eitjes mee kunnen vasthouden. De mannetjes doen dus de broedzorg.
De verschillende soorten zeespinnen voeden zich met onder andere algen, mosdiertjes of neteldieren (anemonen en hydropoliepen) waar ze met behulp van een zuigsnuit weefselvocht uit zuigen. De recent aangetroffen zeespinnen zaten op onder andere de ruwe zeeborstel, een hydroidpoliep. Daarmee is echter nog niet aangetoond dat dit het specifieke voedsel van deze soort is.
Veel soorten zeespinnen zijn zo klein dat ze nauwelijks met het blote oog waar te nemen zijn. Maar wereldwijd en met name in de donkere troggen van de diepzee komen ook soorten voor met een spanwijdte van maar liefst 74 centimeter. Het zijn vaak net als de Gedoornde zeespin zeer ranke spinachtige dieren met acht poten. Het volume van het staafvormige centrale lichaam is zo klein dat niet alle organen er in passen. Daarom vinden we bij deze soorten in de poten onder andere de geslachtscellen en delen van de ingewanden. Er zijn meer dan duizend soorten zeespinnen bekend, maar in de wereldzeeën komen zo goed als zeker veel meer soorten voor. Op de Nederlandse kust is het aantal soorten op de vingers van slechts een paar handen te tellen. Daar is er nu in ieder geval een soort aan toegevoegd.
Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON
Met dank aan Astrid Vis voor het vinden van de eerste autochtone Gedoornde zeespinnen van de Nederlandse kust.