Abrikozen in zeewater: een nieuwe Nederlandse zakpijp
Stichting ANEMOONIn de Nederlandse kustwateren leven diverse soorten zakpijpen. De naam komt van een oude naam voor het muziekinstrument doedelzak. Het zijn primitief uitziende, maar zeer efficiënte organismen. Het dier zit in een zak, uit de zak steken twee pijpjes (sifonen). Eén met een instroomopening, de ander met een uitstroomopening. Door de vaak wat grotere opening wordt water naar binnen gezogen waaruit voedsel wordt gefilterd. Gefilterd water en ongebruikte voedselresten verdwijnen weer door de uitstroomopening. Het is opvallend dat er de laatste decennia zo veel nieuwe zakpijpen bij zijn gekomen. Daarbij gaat het vaak om exoten, maar - gelukkig - niet altijd.
Nieuw voor Nederland, nu eens géén exoot
Sinds het najaar van 2017 zijn in de Oosterschelde exemplaren aangetroffen van een fraaie, kleine, solitaire zakpijp. De afmetingen komen gewoonlijk niet boven de twintig bij vijftien millimeter. De buitenkant (de mantel) heeft bij veel exemplaren een min of meer oranjerode kleur, een beetje zoals bij een abrikoos. Soms zijn ze ook wat donkerder, tot bruinrood. De in- en uitstroombuizen (sifonen) zijn in doorsnee wat vierkant en worden aan het uiteinde iets wijder. Karakteristiek is dat de 'hals' van de sifonen meestal een veel lichtere kleur heeft. Een ander duidelijk kenmerk is een heel dun oranjerood lijntje, dat langs de uiterste bovenrand van de sifonen loopt.
Europese soort
Aan de hand van deze kenmerken konden de dieren worden geïdentificeerd. Het bleek te gaan om de zakpijp Polycarpa scuba. Deze is inheems in de Noordoost-Atlantische Oceaan. Qua vorm en afmetingen zijn er vooral overeenkomsten met de eveneens inheemse Zeebes (Dendrodoa grossularia). Deze laatstgenoemde is gewoonlijk éénkleurig oranjerood tot geeloranje, maar afwijkende kleuraspecten op de sifonen ontbreken. Zowel de Zeebes als de nieuwe 'Zee-abrikoos', zijn weliswaar solitaire soorten, maar kunnen geaggregeerd in grote aantallen bijeen voorkomen.
Nu al een toename
Na de diverse exoten waarmee de Nederlandse fauna steeds meer wordt verrijkt, gaat het dit keer om een in het Europese faunagebied inheemse soort. De dieren zijn onder andere bekend van de westkust van de Azoren en - dichterbij - van de Britse Eilanden. Inmiddels komen bij Zierikzee al flinke aantallen voor. De dieren bleken de extreme temperaturen van een zeer koude winter en een uiterst hete zomer van afgelopen jaar te kunnen overleven. Hoe deze zakpijp hier terecht is gekomen is onbekend. Er zijn meerdere scenario's mogelijk, waaronder het meeliften met materiaal voor de schelpdiervisserij.
Naschrift: inmiddels is gebleken dat op dezelfde plaats in Zeeland nóg een nieuwe zakpijp voorkomt die nogal op Polycarpa scuba lijkt. Onderzoek is in volle gang en een natuurbericht is in de maak. Stichting ANEMOON vraagt sportduikers waarnemingen te melden via het MOO-portaal. Voor waarnemingen die op een andere manier zijn verkregen wordt verwezen naar de website van Stichting ANEMOON.
Tekst: Peter H. van Bragt en Marianne Ligthart, beiden Stichting ANEMOON
Foto's: Marianne Ligthart (leadfoto: Polycarpa scuba bij de Zeelandbrug bij Zierikzee. Qua kleur soms net een kleine abrikoos)