Zacht winterweer houdt Hazelmuis uitzonderlijk lang wakker
Bericht uitgegeven door Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
De uitzonderlijke weersomstandigheden deze winter gooien het leven van de Hazelmuizen in Voeren aardig overhoop. Net voor kerst vorig jaar hebben onderzoekers van de Zoogdierenwerkgroep nog een wakkere Hazelmuis aangetroffen. Nooit eerder werd zo laat op het jaar een wakker exemplaar gezien. Normaal zijn deze slaapmuizen vanaf oktober of november warm ingeduffeld aan hun winterslaap bezig.
De onderzoekers keken verbaasd op toen ze het dier nog wakker aantroffen. Het vorige record werd gevestigd in het lange, warme najaar van 2006. Toen werd de laatste wakkere Hazelmuis gespot op 5 december. Vorig jaar hadden op diezelfde datum 3 van de 109 gemerkte dieren nog geen intrek genomen in hun winternest. Het exemplaar dat als laatste aan zijn winterslaap begon, liet deze datum (in hazelmuistermen) mijlenver achter zich en wist het uit te houden tot minstens 23 december.
De verklaring? Het dier was begin december nog niet genoeg aangevet en door het warme weer was er nog steeds voedsel, zoals meidoornbessen en bosrankzaadjes, voorhanden. De Hazelmuis nam dus een verstandige beslissing om langer wakker te blijven want zo kon ze meer vetreserves opslaan. Op die manier verkortte ze de winterslaapperiode en vergrootte ze haar overlevingskansen. Voor Hazelmuizen is het warmere winterweer voorlopig toch positief gebleken: de voortplantingsperiode duurde langer en de later geboren jongen hebben meer kans om de winterslaap te overleven. Langs de andere kant zullen de Hazelmuizen door de warmte veel vaker wakker worden en meer energie verbruiken. Zolang er voldoende voedsel te vinden is, vormt dat geen groot probleem. Maar als het voedsel opgeraakt, dan kunnen hun vetreserves snel slinken, net als de kans om de rest van de winter te overleven.
De Hazelmuis is de kleinste van alle slaapmuizen. Slaapmuizen inderdaad: elke winter gaan ze in een lange, diepe winterslaap. Rond oktober - november ruilen ze hun zomernesten in het dichte struweel in voor een winternest dat meestal op de grond gemaakt wordt. Tegelijk eten ze zich rond en zo verdubbelt hun gewicht soms tot meer dan 30 gram. De lichaamstemperatuur daalt tot de omgevingstemperatuur, de hartslag en het ademhalingsritme halen nog maar 90% van het normale niveau. Pas in april ontwaken de dieren opnieuw. Als het weer slecht is of als er weinig voedsel te vinden is, gaan de muizen voor en na de winterslaap in torpor. Dit is een korte versie van de werkelijke winterslaap en duurt slechts enkele uren tot dagen. Hazelmuizen doen het om energie te besparen, vergelijk het met een power nap.
Door de uitzonderlijke weersomstandigheden werd 2013 een uitzonderlijk jaar voor de Hazelmuis. De warme winter die we nu meemaken staat in schril contrast met de zeer lange en strenge winter aan het begin van 2013. Door de sneeuw werd toen de eerste wakkere Hazelmuis pas waargenomen op 25 april, terwijl dit in 2011 al op 2 april het geval was. Hazelmuizen die niet vet genoeg waren, overleefden de winter niet. Een hoog voedselaanbod in het voorjaar en een lagere dichtheid van soortgenoten deed het tij keren en zorgde voor een goede voortplanting. Zo werd voor het eerst in Vlaanderen een wijfje waargenomen dat twee worpen op een jaar voortbracht.
Ook het onderzoek naar de Vlaamse hazelmuispopulatie in Voeren, het laatste bolwerk van de soort in Vlaanderen, maakte dit jaar een grote sprong. Nieuwe vallen werden op speciale hangplatformpjes geplaatst waar enkel de acrobatische Hazelmuizen erop kunnen springen. Op die manier werden andere soorten zoals de Bosmuis of de Rosse woelmuis niet meer gevangen. Enkele dieren werden ook voorzien van een zendertje. Zo kon de Zoogdierenwerkgroep een beter beeld krijgen van waar de Hazelmuizen ’s nachts hun voedsel zoeken en waar ze overdag slapen. Met behulp van de zendertjes werd in Vlaanderen voor de eerste keer een bewoond winternest gevonden. Naast een unieke ook een belangrijke vondst, want deze plaats kan nu vermeden worden bij beheerwerken.
Tekst: Goedele Verbeylen, Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt
Foto: Goedele Verbeylen
Met de steun van de Provincie Limburg en ANB Limburg.