Groeiseizoen verschuift en wordt langer door klimaatverandering
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]
Bloei, bladontplooiing en vruchtrijping vinden bij planten deze eeuw gemiddeld twee weken vroeger plaats dan in het verleden, terwijl bladkleuring en bladval juist een week later plaatsvinden. Dat blijkt uit een onlangs door De Natuurkalender gepubliceerd wetenschappelijk artikel.
De Natuurkalender heeft veranderingen in het tijdstip van jaarlijks terugkerende seizoensgebonden verschijnselen in Nederland onderzocht tussen 1894 en 2010. Hiervoor hebben we meer dan 150.000 eerste waarnemingen van bloei, bladontplooiing, vruchtrijping, bladkleuring en bladval bij 320 plantensoorten geanalyseerd. Deze waarnemingen zijn afkomstig van het Natuurkalendernetwerk zelf (2001-2010), daarnaast heeft De Natuurkalender hiervoor fenologische gegevens gebruikt van; R.R. Bos en H. Bos (1894–1932); dhr. Braaksma (1936-1992) en de Nederlandse Phaenologische Vereniging (1940- 1968).
Al deze gegevens hebben we gebruikt om het tijdstip van eerste waarnemingen uit verschillende perioden met elkaar te vergelijken: 1894–1932, 1940–1968 en 2001–2010. De waarnemingen van Dhr. Braaksma hebben we opgedeeld in twee perioden: 1953–1968 en 1969–1992.
Hierbij valt op dat er tot het begin van de jaren 1990 geen significante veranderingen optreden in het tijdstip waarop deze jaarlijks terugkerende natuurlijke processen plaatsvinden. Vergelijken we gegevens uit de eerste tien jaar van deze eeuw met die uit de vorige eeuw, dan zien we echter dat het moment van bloei, bladontplooiing en vruchtrijping gemiddeld 14 dagen eerder is dan in de periode 1894–1932 en 13 dagen eerder dan in de periode 1940–1968. Er bestaat wel een grote variatie tussen soorten en verschijnselen. Vruchtrijping van de zomereik is tegenwoordig bijvoorbeeld 35 dagen eerder dan vroeger, terwijl de bloei van de blauwe knoop juist vier dagen later is. Herfstverschijnselen zijn tegenwoordig tot zeven dagen later dan in de eerdere perioden.
Uit deze waarnemingen blijkt dat klimaatverandering 66 procent kan verklaren van de variatie in het tijdstip waarop deze seizoensgebonden processen plaatsvinden tussen verschillende jaren. We verwachten dat het groeiseizoen door verdere opwarming van het klimaat in de toekomst nog langer zal worden. Waarnemingsnetwerken als De Natuurkalender met duizenden vrijwilligers, zijn nodig om deze veranderingen te signaleren, kwantificeren, analyseren en te voorspellen. Daarnaast is het belangrijk om deze veranderingen te communiceren naar verschillende groepen in de maatschappij zodat zij zich hieraan aan kunnen passen en grote sociaal-economische gevolgen kunnen voorkomen.
Lees meer in het wetenschappelijke Engelstalige artikel ‘Observed climate-induced changes in plant phenology in the Netherlands’, door Arnold J.H. van Vliet, Wichertje A. Bron, Sara Mulder, Wout van der Slikke en Baudewijn Odé in het tijdschrift Regional Environmental Change.
Tekst: Arnold van Vliet, Wichertje Bron en Sara Mulder, De Natuurkalender, Wageningen University; Wout van der Slikke en Baudewijn Odé, FLORON
Met dank aan iedereen die waarnemingen doorgegeven heeft aan De Natuurkalender. Dit werk zou niet mogelijk zijn zonder de inzet van deze duizenden vrijwilligers
Foto: Saxifraga-Jan van der Straaten