GGO's bedreigen natuurfenomeen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Het is een van de meest bekende en spectaculaire natuurfenomenen in de wereld: de trek van de Monarchvlinders. Deze prachtige dagvlinders trekken in de herfst met miljoenen tegelijk van Noord-Amerika richting Mexico om te overwinteren. Ze draperen er de hellingbossen met een oranje tapijt van vlindervleugels. Maar genetisch gemanipuleerde landbouwgewassen bedreigen nu dit fenomeen.
De Monarchvlinder kan je zowel aantreffen in Noord- als Zuid-Amerika. De ondersoort die zich in het noorden bevindt, is - in tegenstelling tot haar zuidelijke tegenhanger - een echte trekvlinder. De zomer en de lente brengt de soort door in Noord-Amerika en plant zich daar voort. In de herfst trekken ze naar de hellingbossen in Mexico om te gaan overwinteren in grote kolonies van soms tientallen miljoenen exemplaren. Als de vlinders na de winter ontwaken, paren ze en vangen dan de trek terug naar het noorden aan.
De laatste decennia gaat het echter niet de goede kant op met de soort. Na 15 jaar achtereenvolgens af te nemen, bereikte de oppervlakte aan overwinterende kolonies in de winter van 2009-2010 een historisch dieptepunt. Waar de laatste 17 winters de vlinders een gemiddelde oppervlakte van 7,3 ha innamen, met een hoogtepunt in 1996-1997 van 21 ha, kende de soort een laagtepunt in 2009-2010 met slechts 1,9 ha.
Drie factoren worden verantwoordelijk geacht voor de achteruitgang van de Monarchvlinder. Naast het verlies of de afname van de kwaliteit van het overwinteringsgebied in Mexico door illegale houtkap en periodieke extreme klimaatcondities vormt vooral de opgang van genetische gemodificeerde landbouwgewassen de belangrijkste oorzaak voor de afname van de soort.
Monarchvlinders zien hun voortplantingshabitat in de Verenigde Staten verdwijnen door het toenemende landgebruik en het verdwijnen van de voornaamste voedselplant van de larven, de Zijdeplant (Asclepias syriaca). Vroeger kwamen 29 soorten Asclepias voor in Noord-Amerika, voornamelijk graslandsoorten. Het omploegen van de graslanden en de ontbossing werkten de opkomst van de Zijdeplant in de hand. Deze soort werd daarbij de belangrijkste vertegenwoordiger van het geslacht in de oostelijke voortplantingszone van Noord-Amerika en kwam er voor in kruidenrijke akkers. Een onderzoek naar de productiviteit van Monarchvlinders toonde aan dat van alle habitats waarin de Zijdeplant voorkwam, de productiviteit het hoogst was in maïs- of sojateelt.
De introductie van genetische gemodificeerde soja en maïs resulteerde echter in een drastische afname (80-90%) van de Zijdeplant. Het gebruik van glyfosaat op akkers met herbicideresistente gewassen maakt dat de Zijdeplanten bijna volledig verdwenen op de velden. Daarbij ging ook het voortplantingsgebied van de Monarchvlinders in deze landbouwgebieden verloren en moeten vrouwtjes langer zoeken naar geschikte waardplanten waardoor de gerealiseerde vruchtbaarheid afneemt.
Eerdere studies toonden al aan dat ook moderne pesticiden (neo-nicotinoïden) een negatieve impact hebben op de Monarchvlinder, omdat de actieve stoffen, in tegenstelling tot klassieke pesticiden, ook in pollen en nectar aanwezig zijn.
De stijgende vraag naar biobrandstoffen legt nog een extra druk op het Zijdeplanthabitat. Sinds 2006 is de oppervlakte aan maïs- en sojateelt toegenomen met meer dan vijf miljoen hectare. Samen met het habitatverlies door ontwikkeling - ongeveer 1 miljoen per jaar van 1992 tot 2007 - komen deze verliezen op minstens 56 miljoen hectare. Dat is meer dan een vijfde van de geschatte Noord-Amerikaanse voortplantingszone van de Monarchvlinder. De Monarchvlinder wordt langs alle kanten bedreigd ...
Bron: Brower, L.P., Taylor O.R., Williams, E.H., Slayback D.A., Zubieta R.R., Ramirez M.I. (2012). Decline of monarch butterflies overwintering in Mexico: is the migratory phenomenon at risk? Insect conservation and diversity 5, 95-100.
Tekst: Griet Nijs, Natuurpunt Studie
Foto's: Kars Veling, Vlinderstichting (Saxifraga) en Mark O'Brien