Gemier in de tuin
EIS Kenniscentrum InsectenBericht uitgegeven door EIS-Nederland op [publicatiedatum]
Het is weer lente en in bijna elke tuin worden de mieren dan weer actief. Het gaat bijna altijd om de wegmier, maar er zijn zeker ook andere soorten te vinden rondom onze huizen. Ze worden soms als lastig ervaren door al hun gegraaf, maar bij wie zich een beetje verdiept in de levenswijze van deze boeiende insecten zal irritatie al snel plaatsmaken voor bewondering.
In Nederland komen zo’n zeventig mierensoorten voor, slechts een paar algemene soorten zijn ook in de tuin te vinden. Zo zijn gele weidemier, gewone steekmier, zwarte zaadmier en op de zandgronden ook wel kleine steekmier en boommier gezellige medebewoners van tuinen. In huis komen overigens soms de schaduwmier, glanzende houtmier en boommier voor. Deze kunnen schade aanbrengen aan houten constructies of bedrading en moeten zo snel mogelijk verwijderd worden, eventueel door een plaagbestrijder.
Soms is er in de tuin ‘overlast’ door de mieren; ze werken zand omhoog en de bestrating verzakt. Bijna altijd gaat het dan om de wegmier. Dan worden nog wel eens lokdozen, azijn, kokend water of kruidenmengsels ingezet om van de diertjes af te komen. Soms is dat succesvol, maar meestal niet. Een effectieve en goedkope manier om er mee om te gaan is om af en toe het zand met de mieren onder de verzakte tegels af te voeren en het stukje opnieuw te bestraten. De eerste jaren heb je op die plek geen last meer van verzakte tegels. Het scheelt een hoop irritatie als je je niet teveel van de insecten aantrekt en ze leert te bewonderen.
En genoeg te bewonderen is er zeker! De meeste mierensoorten leven in kolonieverband en niet solitair zoals bijna alle andere insecten. Ze kunnen dus elke dag op dezelfde plek worden teruggevonden. Er zijn dan ook leuke observaties te doen aan het gedrag. Zo wordt al snel duidelijk dat mieren niet actief zijn als het koud is, maar ook niet als het te warm is. Ook kun je zien dat de mieren bladluizen bezoeken en de zoete uitscheiding van hen opdrinken. Ze beschermen de luizen tegen andere insecten die ze willen opeten. Op warme, vochtige middagen kunnen de spectaculaire bruidsvluchten worden waargenomen. De werksters jagen de massaal aanwezige gevleugelde mannetjes en vrouwtjes de nesten uit en deze vliegen hoog de lucht in om te paren. Vaak trekt dit alle meeuwen uit de omgeving aan, die zich tegoed doen aan de massale voedselbron. Na de paring vallen de mieren weer naar beneden en kun je de toekomstige koninginnen zien zoeken naar nieuwe plekjes om een kolonie te beginnen.
Mieren zijn niet alleen bewonderenswaardig, maar ook nuttig. Ze graven gangetjes in de grond en brengen zand omhoog, waardoor de verzuring van de bodem tegengegaan wordt. Ze vangen ook vele insecten, waaronder planteneters en zorgen dus dat nieuw in de grond gezette plantjes meer kans krijgen. Aan de andere kant bevorderen mierennesten de biodiversiteit, omdat ze ook woonruimte bieden aan vele andere kleine diertjes voor wie het in het comfortabele nest goed toeven is, bijvoorbeeld voor de mierenpissebed en de mierenspringstaart. Bovendien kan een nest nog wel eens de mierenetende groene specht de tuin in lokken, en wie wil dat nu niet.
Dus, geen gemier over ‘lastige’ miertjes in de tuin, maar gewoon ervan genieten en af en toe de tegels recht leggen. En voor de echte enthousiasteling is het zelfs mogelijk om je eigen tuin in te richten als mierentuin. Op de website De Nederlandse Mieren wordt een goede handleiding gegeven.
Tekst: Peter Boer, EIS-Nederland en nlmieren.nl & Jinze Noordijk, EIS-Nederland
Foto’s: Jinze Noordijk
EIS-Nederland behoort tot de organisaties die meedoen aan het project ‘Groen en Doen’. Dit is een programma dat gefinancierd wordt door het ministerie van Economische Zaken om vrijwilligerswerk op het gebied van natuur- en landschapsbeheer en 'groen in de stad' te ontwikkelen en te stimuleren middels opleidingen en cursussen.