Eetgewoontes algen kunnen broeikaseffect versterken
Bericht uitgegeven [land] op [publicatiedatum]
In een warmer klimaat gedragen blauwalg-etende goudalgen zich meer als dier en versterken zo het broeikaseffect. Als dier stoten ze namelijk CO2-gas uit in plaats van het vast te leggen. “En dat zal een grote impact hebben, want in allerlei wateren vertoont een meerderheid tot wel negentig procent van alle algen dit gedrag.” Onderzoekster Susanne Wilken van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) ontdekte dit tijdens haar promotieonderzoek.
Blauwalg-etende goudalgen hebben een ‘plantaardige’ en een ‘dierlijke’ kant. “Je kunt ook zeggen dat ze van twee walletjes eten,” vullen ecologe Susanne Wilken en haar begeleidster Ellen van Donk aan. Deze goudalgen behoren tot de zogenaamde mixotrofe algen, die eigenschappen bezitten van zowel planten als dieren. Net als planten maken ze gebruik van zonlicht voor hun fotosynthese, maar ze kunnen zich ook voeden met andere organismen (namelijk algen en bacteriën). Ook giftige cyanobacteriën, beter bekend als de beruchte blauwalgen, eten ze zonder problemen op.
Door Wilkens onderzoek is het inzicht in het leven van een mixotroof gegroeid. Zulke organismen hebben invloed op het hele ecosysteem om hen heen. Eén van de belangrijkste voorspellingen van de onderzoekers is bevestigd. Namelijk dat snelheden van de ‘dierlijke’ processen sterker toenemen met temperatuur dan die van ‘plantaardige’ processen. Als het warmer wordt op aarde, gaan ze dus meer als dieren leven. Als gevolg gaat er meer CO2 de lucht in, wat als broeikasgas de temperatuur nog verder laat stijgen. Zie daar een vicieuze cirkel.
Een niet onbelangrijke cirkel. Want in allerlei ecosystemen, van Scandinavische meren tot oceanen en voedselarme wateren, is al vastgesteld dat een groot deel van de algensoorten mixotroof is. Met aandelen tot negentig procent kan een verschuiving in hun ‘eetgewoontes’ door een opwarmend klimaat grote gevolgen hebben.
De eetgewoontes van goudalgen hebben nog een andere interessante kant. Giftige blauwalgen zijn een welbekend maar ongewenst verschijnsel in de warme zomermaanden. In 2009 ontdekten onderzoekers van het NIOO bij toeval dat in een ‘proefmeer’ in hun lab blauwalgen verdwenen. Een goudalg luisterend naar de naam Ochromonas bleek de giftige blauwalgen (Microcystis) te verorberen en het gif compleet af te breken. De interesse was meteen gewekt.
De goudalg is eigenlijk een ‘roofdier’ dat zijn concurrent opeet: hij concurreert namelijk ook met zijn prooien om voedingsstoffen. Met experimenten konden de ecologen aantonen dat die combinatie zulke ‘roofdieren’ in staat stelt hun prooi veel sterker te onderdrukken. Maar tegen de voorspellingen in – “Daarom moet je zoiets altijd onderzoeken voordat je het meteen gaat toepassen,” aldus Van Donk – groeide in voedselrijk water juist de blauwalg beter dan de goudalg. De meest waarschijnlijke verklaring is dat de goudalgen elkaar teveel dwars zitten als er veel van zijn.
Hoewel de goudalg in laboratoriumexperimenten giftige blauwalgen krachtig kan onderdrukken, lijkt het onwaarschijnlijk dat hij hun groei in natuurlijke wateren volledig kan controleren. Vooral in voedselrijke gebieden. Een praktische hulp voor blauwalgbestrijding lijkt de goudalg dus niet zomaar overal te kunnen bieden, maar in bijvoorbeeld de veel voedselarmere meren van Scandinavië kunnen blauwalgen wellicht wel tijdig opgeruimd worden.
Bron: Persbericht NIOO-KNAW
Foto: Susanne Wilken, NIOO-KNAW