Nieuwe vindplaatsen van zeldzame Zeggekorfslak
NatuurpuntBericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
De Europees beschermde Zeggekorfslak is een zeldzame verschijning. De soort werd in Vlaanderen pas in 1998 voor het eerst levend waargenomen (lege huisjes werden eerder al gevonden). In de tien jaar die daarop volgden, leidde gericht onderzoek tot de ontdekking van 35 nieuwe locaties. In de provincie Vlaams-Brabant vond Natuurpunt in 2011 nog vijf nieuwe populaties. Deze recente vondsten bevestigen dat de soort meer verspreid is dan oorspronkelijk werd gedacht.
In Vlaanderen komen ca. 100 soorten landslakken voor, zowel ‘huisjesslakken’ als ‘naaktslakken’. Zeven hiervan behoren tot de korfslakken. Slakken zijn een weinig onderzochte groep en bijgevolg is er nog weinig bekend over hun verspreiding en ecologie.
De Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) staat, net als de Nauwe korfslak (Vertigu angustior), opgenomen in de Bijlage II van de Habitatrichtlijn. Deze bijlage omvat een beperkt aantal planten- en diersoorten die op Europees niveau sterk bedreigd zijn en strikt beschermd moeten worden door de lidstaten die deze Richtlijn ratificeerden. Op de Vlaamse Rode Lijst (2006) staat de soort opgenomen als ‘voor bedreiging vatbaar’.
De Zeggekorfslak is met haar 3 tot 4 mm een kleine landslak met een bruin, bijenkorfvormig huisje dat vier tot vijf rechtsgewonden omgangen heeft. Bij 'rechtsgewonden' slakken bevindt de opening zich aan de rechterkant van de schelp, wanneer je de slak vasthoudt met de top naar boven (zie foto).
Hoe klein ze ook mag lijken, toch is de Zeggekorfslak het grote zusje van de korfslakken. De soort houdt van zeer natte, eerder kalkrijke moerasbiotopen en heeft een voorkeur voor o.a. hooilanden met veel grote zegges. Vooral Moeraszegge, Oeverzegge en Pluimzegge worden vaak als waardplant gebruikt, soorten die in hoofdzaak voorkomen op plaatsen met een hoge grondwaterstand, zoals in beekbegeleidende hooilanden of elzenbroekbossen met een rijke ondergroei. De Zeggekorfslak is (net als haar waardplanten) gevoelig voor een dalende grondwatertafel. In een sterk gedraineerd Vlaanderen is het aantal gebieden waarin de soort kan standhouden dan ook beperkt. Opmerkelijk: het gros van de vindplaatsen ligt in gebieden waar Natuurpunt het beheer specifiek richt op het in stand houden van gote zeggenvegetaties en natte ruigtes in moerasgebieden.
Door haar beperkte formaat en haar uitgesproken voorkeur voor 'natte natuur' wordt de Zeggekorfslak gemakkelijk over het hoofd gezien. Recent werden echter tijdens gerichte inventarisaties vele nieuwe populaties aangetroffen, waarbij vooral Limburg en het Dender- en het Dijlebekken goed scoorden. In het kader van een Bijzonder Natuurbeschermingsproject, gecofinancierd door de Provincie Vlaams-Brabant, ging Natuurpunt in 2010-2011 gericht op zoek naar de Zeggekorfslak. Bij dit onderzoek werd de soort in meerdere natuurgebieden voor het eerst aangetroffen: in het Silsombos en de vallei van de Molenbeek (Kortenberg en Herent), in de Spicht (Lubbeek), het Torfbroek in Berg (Kampenhout) en de Steenputbeekvallei (Halle). In de Markvallei (Galmaarden) konden historische gegevens worden bevestigd. Hoewel het er naar uitziet dat deze minislak in Vlaanderen meer verspreid voorkomt dan aanvankelijk werd gedacht, blijft het zondermeer een topindicator voor waardevolle moerassen waar de geschikte leefomstandigheden enkel door een aangepast natuurbeheer worden in stand gehouden.
Tekst: Griet Nijs (0479 867 725) en Jorg Lambrechts, Natuurpunt Studie
Foto: Hans Henderickx