Purperslak terug na 30 jaar afwezigheid
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
De Purperslak. Op zich heeft het beest weinig om het lijf: een witte, bleek- of donkerbruine schelp met twee of drie kleurstrepen. Volwassen exemplaren kunnen tot 5 cm lang worden en houden zich vooral op in de getijdenzone, tot enkele tientallen meters onder de laagwaterlijn. Vroeger was de soort algemeen en kon ze als predator van mosselen gemakkelijk worden gevonden o.a. op de strandhoofden van Oostende en Knokke-Heist.
Maar midden jaren ’70 werd deze slakkensoort almaar zeldzamer. De laatste waarneming van een levend exemplaar dateert in België van 12 april 1981.
En daarna ging het licht uit, zowel in België als in onze buurlanden. In België werd de soort als uitgestorven beschouwd. In de Oosterschelde (Nederland) kelderden de aantallen en ook langs de Engelse en Franse kanaalkust kreeg de Purperslak (Nucella lapillus) rake klappen.
Oorzaak: het gebruik van een nieuw type anti-aangroeiverf op scheepsrompen. Deze verf, die de aangroei van zeedieren op scheepsrompen moest verhinderen, bevatte tributyltin (TBT), een verbinding van tin en tributyl. Het middel had voor de mariene fauna echter behoorlijk nefaste bijeffecten. Zo zorgde het ervoor dat vrouwelijke dieren van Wulk (Buccinum undatum) en Purperslak mannelijke geslachtsorganen ontwikkelden.
Gevolg: de populatie werd geheel of gedeeltelijk steriel. De populatie verdween dus niet door een grotere sterfte, wel door een gebrek aan voortplantingscapaciteit.
Het gebruik van verf met TBT werd sinds 1990 verboden op schepen kleiner dan 25 m. Vanaf 2003 kwam er een wereldwijd verbod in voege en sinds 2008 moet alle TBT van de scheepsrompen verwijderd zijn. Dit leidde tot een aanzienlijke daling van TBT-concentraties in het zeewater en de populatie Purperslakken in de Oosterschelde vertoont sindsdien een langzaam herstel. Maar de Purperslak kreeg het ook op andere fronten hard te verduren. Zo worden onze kusten almaar beter beschermd tegen ‘superstormen’. Enorme hoeveelheden zand worden aangevoerd om de stranden te verhogen waardoor heel wat strandhoofden (de favoriete habitat van Purperslakken) onder het zand verdwenen. Zo werd eind 2008 in Westkappelle de grootste populatie Purperslakken van Nederland volledig begraven. De soort werd dan ook niet zonder reden in het verdrag van OSPAR opgenomen in de lijst van bedreigde soorten.
Maar het ergste leed lijkt geleden. Zowel in Noord-Frankrijk als in de Oosterschelde trad een licht populatieherstel op en de eerste waarnemingen in België konden niet lang meer uitblijven. Hoewel … Purperslakken zetten hun eitjes af in urnvormige eikapseltjes waaruit de jonge dieren ter plaatse uitkomen. De soort heeft dus geen larfjes die al zwemmend een nabijgelegen bestemming kunnen bereiken en ook volwassen exemplaren kunnen evenmin een kilometerlang zandstrand overbruggen. Verplaatsingen gebeuren dan ook meestal via scheepsrompen, drijvende wieren of andere zeeorganismen.
Op 17 november 2012 was het raak. Medewerkers van de Strandwerkgroep controleren regelmatig de strandhoofden en havenmuren. Bij één van deze controles werden, na meer dan 30 jaar, tientallen levende Purperslakken en honderden eikapsels gevonden op de rotsblokken op het strand langs de westelijke havenmuur van Zeebrugge. Vooral die eikapsels zijn verheugend aangezien die erop wijzen dat de soort er opnieuw in slaagt om zich voort te planten. De sterke daling van TBT-concentraties in het zeewater zal hier zeker niet vreemd aan zijn. Vanuit Zeebrugge is een herkolonisatie van de strandhoofden te Knokke-Heist misschien de volgende stap. Hopelijk blijven deze potentiële leefgebieden gespaard van strandophogingen zoals onlangs te Wenduine.
Tekst: Hans De Blauwe en Cedric d’Udekem (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen)
Foto's: Hans De Blauwe