Zwavelvreter op de Rode Lijst door afname zure regen
Bericht uitgegeven door BLWG [land] op [publicatiedatum]
Op het onlangs verschenen voorstel voor Rode Lijst van bedreigde korstmossen is Zwavelvreter, of Groene schotelkorst, één van de meest opmerkelijke nieuwkomers. Tussen 1930 en 1990 nam de soort enorm toe in heel West-Europa als gevolg van zure regen. In grote delen van Nederland verdwenen de korstmossen behalve deze ene soort. Door een succesvol milieubeleid in de jaren tachtig werd de zure regen teruggedrongen en verdween Zwavelvreter. Nu is de soort nog mondjesmaat te vinden in schone gebieden. De soort is namelijk erg gevoelig voor luchtvervuiling door stikstofverbindingen uit de landbouw.
Zwavelvreter is een epifyt, een boombewonende korstmos. Deze groep korstmossen zijn gevoelige indicatoren voor veranderingen in het milieu en worden al meer dan een eeuw gebruikt als indicator voor schone lucht. Luchtvervuiling door zwaveldioxide, waardoor Zwavelvreter toenam en andere soorten verdwenen, is vooral iets van vroeger. Inmiddels is de uitstoot van dit voor mens en natuur schadelijke gas zo drastisch afgenomen, dat nu geen schadelijk effect meer te verwachten is. Korstmossen zijn door de afname van zwaveldioxide massaal teruggekomen naar de binnensteden. Alleen een klein aantal weinig mobiele soorten komt nu alleen nog voor op plekken waar de lucht vroeger én nu schoon is, vooral in de noordelijke provincies. De afname wordt in heel West-Europa waargenomen op plaatsen waar luchtvervuiling is teruggedrongen.
Vandaag de dag bestaat luchtvervuiling vooral uit stikstofverbindingen, met name ammoniak, waardoor de regen juist minder zuur wordt. Ook deze vorm van vervuiling heeft een grote impact op korstmossen. Zo komt in met stikstof vervuilde gebieden maar een klein aantal korstmossen voor. Dit is voor iedereen duidelijk zichtbaar: groeien er veel gele korstmossen, zoals Groot dooiermos, op vrijstaande bomen, dan geeft dat aan dat er vervuilingsbronnen in de buurt zijn. Luchtvervuiling door stikstofverbindingen neemt pas sinds een jaar of tien af, maar nog niet genoeg om schade aan de natuur teniet te doen. Veel nieuwkomers op de Rode Lijst korstmossen zijn gevoelig voor ammoniak en blijven gestaag achteruitgaan. Alleen een goed overheidsbeleid om de hoeveelheid mest, megastallen en emissies uit autoverkeer terug te dringen, kunnen helpen om de natuur te laten herstellen.
Over de Rode Lijst korstmossen
De Rode Lijst korstmossen (download BLWG rapport 12) is gemaakt door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep (BLWG) in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Rode Lijsten worden opgesteld omdat dat is afgesproken in een internationaal verdrag, de Conventie van Bern (1979). In Nederland wordt voor een groot aantal soortgroepen een standaard methode gebruikt, waarbij zowel gekeken wordt naar de actuele zeldzaamheid als naar de verandering ten opzichte van de situatie rond 1950. De gegevens zijn zowel door professionals als door vrijwilligers verzameld.
Tekst: Laurens Sparrius, BLWG
Foto's: Arjan de Groot; Laurens Sparrius