Nieuwe Rode Lijst Vaatplanten vandaag verschenen
FLORONBericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]
Vandaag verscheen het voorstel voor een nieuwe Rode Lijst van de wilde planten in Nederland. Ten opzichte van de vorige Rode Lijst uit 2000 gaat het iets beter met deze groep soorten. De lijst is in tien jaar twintig soorten (twee procent) korter geworden. Met name door natuurontwikkeling en natuurbeheer zijn soorten als Teer guichelheil en Moeraswolfsklauw weer terug op het niveau van 1950. Toch mogen we niet te vroeg juichen, want het voorkomen van deze soorten zal afhankelijk blijven van gericht natuurbeheer.
Het gaat voorzichtig de goede kant op met de vaatplanten in Nederland, zo blijkt uit het Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst vaatplanten 2012, dat FLORON binnenkort publiceert. Het rapport is gemaakt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Op de nieuwe lijst staan 530 bedreigde soorten, 37% van de in totaal 1432 wilde plantensoorten die in ons land voorkomen. 37 soorten worden als uitgestorven beschouwd. Er zijn ten opzichte van tien jaar geleden drie soorten extra uitgestorven (Akkerzenegroen, Bosboterbloem en Klein slijkgras). Aan de andere kant komen zes soorten nu wel weer in het wild voor, namelijk Rood bosvogeltje, Brede raai, Wilgalant, Akkerviltkruid, Smal longkruid en Geoorde veldsla.
Planten hebben geprofiteerd van natuurherstelmaatregelen, natuurontwikkelingsprojecten en beheermaatregelen. Een duidelijke categorie soorten die hiervan geprofiteerd hebben zijn de soorten van pioniersituaties langs vennen en in de natte heide. Dankzij plagbeheer zijn onder andere Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw en Bruine snavelbies toegenomen; ze staan niet meer op de Rode Lijst. Dit is ook het geval voor mossen uit deze biotopen.
Achteruitgang
Hoewel er ten opzichte van tien jaar terug verbeteringen zijn, heeft de grote achteruitgang al eerder plaatsgevonden. Verliezers zijn te vinden in voedselarme ecosystemen, zoals hoogvenen, schrale graslanden, onbemeste akkers en kalkrijke bossen. Daarnaast zijn kweldersoorten afgenomen, onder andere door het afsluiten van zeearmen. Voor de meeste soorten van deze ecosystemen wordt het niveau van 1950 (het referentiejaar voor de Nederlandse Rode Lijst) lang niet gehaald. Stikstof uit landbouw en verkeer heeft nog steeds grote invloed op dit soort vegetaties, waardoor onder andere vergrassing op kan treden en bijzondere soorten worden verdrongen. In het buitengebied heeft zich een gestage achteruitgang van bloemrijke graslanden en wegbermen voltrokken. Hierdoor staan opvallende soorten zoals Beemdkroon, Kleine ratelaar en Korenbloem op de Rode Lijst.
Op veel plaatsen wordt het verlies aan bloemrijke wegbermen gecompenseerd door het inzaaien van bijzondere soorten. Dit heeft soms tot gevolg dat de soorten terugkomen. Harige ratelaar heeft zich hierdoor bijvoorbeeld flink uitgebreid in het rivierengebied en de Randstad. Toch is lukraak inzaaien van bloemenmengsels niet de manier om al deze soorten duurzaam te beschermen. Beter is het om maaibeheer gericht op verschraling, zoals in de jaren tachtig populair was, in ere te herstellen.
De meest bedreigde soorten van Nederland
De Rode Lijst noemt ook de meest bedreigde soorten van Nederland: Scherpkruid, Kranskarwij, Brave hendrik, Lange zonnedauw, Breed wollegras, Zandwolfsmelk, Zinkschapengras, Duitse brem, Honingorchis, Spits havikskruid, Knollathyrus, Wilde weit, Vliegenorchis en Trosgamander. Van de meeste van deze soorten beslaat de totale Nederlandse populatie niet meer dan een paar honderd planten. FLORON zal zich de komende jaren inspannen om deze soorten voor toekomstige generaties te behouden.
Relaties met insecten
Een Rode Lijst laat maar ten dele zien wat er met de planten in Nederland gebeurt. Het steeds soortenarmer worden van agrarisch gebied komt amper tot uiting. Ook is de achteruitgang van sommige plantensoorten de oorzaak van de afname van insecten, die vaak van één specifieke plantensoort afhankelijk zijn.
Meer informatie
De soorten van de Rode Lijst zijn als Excel-bestand te downloaden van de website van FLORON. Het achterliggende rapport verschijnt begin april. De Rode Lijst is gemaakt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Rode Lijsten worden opgesteld omdat dat is afgesproken in een internationaal verdrag, de Conventie van Bern (1979). In Nederland wordt voor een groot aantal soortgroepen een standaardmethode gebruikt, waarbij zowel gekeken wordt naar de actuele zeldzaamheid als naar de verandering ten opzichte van de situatie rond 1950. De Rode Lijst wordt pas officieel van kracht nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.
Tekst: Baudewijn Odé & Laurens Sparrius, FLORON
Foto's: Wout van der Slikke; Paul Wouters & Marianne Horemans; Piet Bremer; Jasenka Topic, Saxifraga