Oranje in het Stelkampsveld
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op woensdag 23 juni
De Lenteknotszwam leek uit Nederland verdwenen. Natuurontwikkeling heeft hem bij de reïntegratie geholpen, maar van recente vindplaatsen verdwijnt hij ook weer als de vegetatie dichter wordt. Op de meer stabiele natuurlijke standplaats in het Stelkampsveld, die begin juni werd ontdekt, houdt hij het hopelijk wat langer uit.
Eén van de parels van Staatsbosbeheer is het Stelkampsveld, een deel van het complex Beekvliet, iets ten noorden van Ruurlo (Gelderland). Het is een afwisselend droog en nat schraalgrasland, deels blauwgrasland, met een bijzondere flora. Enkele jaren geleden werden we er rondgeleid door de toenmalige boswachter inventarisatie, Frits van Wijngeeren (*), die met onverholen trots en enthousiasme over het gebied kon vertellen.
Door de noordwesthoek van het terrein loopt een slenk; de bodem ruim een halve meter onder het maaiveld, de oevers nu eens steil, dan weer glooiend. Op de overgang van de glooiende oevers naar het vlakkere grasland aan de noordzijde van de slenk groeiden min of meer cirkelvormige matjes van een grijzig groene alg. In het midden van sommige van die matjes lagen oranje maïskorrels, althans, zo leek het vanaf 1,8 meter ooghoogte. Met het WK voetbal in volle gang moet alles wat oranje is aan nader onderzoek worden onderworpen. En daar was de verrassing: Lenteknotszwammen (Clavulinopsis vernalis).
Feitelijk gaat het hier om een korstmos, een symbiose van een schimmel en een alg. Bij de meeste korstmossen is de schimmelpartner een ascomyceet (zakjeszwam). De Lenteknotszwam, een basidiomyceet (steeltjeszwam), is hierop echter een uitzondering. De geregistreerde vondsten van deze soort, die als ‘Bedreigd’ in de Rode Lijst is opgenomen, laten een interessant verloop zien. De meeste meldingen stammen uit de eerste helft van de vorige eeuw. Na 1947 is de soort bijna 50 jaar niet meer gezien, tot hij in 1996 werd herontdekt in Friesland. Een tweede vondst volgde in 2004, en inmiddels staan er zeven recente stipjes op de kaart van de Verspreidingsatlas Paddenstoelen. De Lenteknotszwam gaat vooruit, en dat is deels te danken aan natuurontwikkeling. Verscheidene recente vindplaatsen betreffen terreinen waar kort geleden de toplaag van verwijderd is. Tussen de pioniervegetatie, vaak met Dopheide en Wolfsklauw, vind je met wat geluk ook de algenmatjes met Lenteknotszwam. De Lenteknotszwam verdwijnt echter zodra de vegetatie dichter wordt en het pionierkarakter verliest. De nieuwe vindplaats op het Stelkampsveld lijkt wat stabieler en we zijn dan ook benieuwd hoe lang de Lenteknotszwam het hier zal uithouden.
Tekst en foto's: Nico Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging
(*) Zijn ervaringen zijn gebundeld in een prachtig boekje: 'Vijf Achterhoekse parels', uitgegeven door Staatsbosbeheer.