bever

De Bever verovert Vlaanderen

27-MRT-2012 - Anderhalve eeuw nadat de laatste Europese Bever in Vlaanderen verdween, dook het grootste knaagdier van Europa in de herfst van 2000 hier terug op. In de twee jaar die daarop volgden,konden Bevers worden waargenomen zowel langs de Grensmaas als in de zuidelijke Dijlevallei. Sindsdien heeft de Bever zich verder over Vlaanderen verspreid. Het totaal aantal Bevers wordt inmiddels geschat op een honderdtal dieren, die zich voornamelijk in de valleien van de Dijle en de Maas ophouden. Dat de bevers het in Vlaanderen naar hun zin hebben, wees de eerste vastgestelde succesvolle voortplanting uit.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt 's Heerenbosch en UA op [publicatiedatum]

Anderhalve eeuw nadat de laatste Europese Bever in Vlaanderen verdween, dook het grootste knaagdier van Europa in de herfst van 2000 hier terug op. In de twee jaar die daarop volgden, werden Bevers waargenomen zowel langs de Grensmaas als in de zuidelijke Dijlevallei. Kort daarna plantten de dieren zich hier ook voort. Sindsdien heeft de Bever zich verder over Vlaanderen verspreid en komt hij enkel in West-Vlaanderen nog niet voor. Het totaal aantal Bevers wordt inmiddels geschat op een honderdtal dieren, die zich voornamelijk in de valleien van de Dijle en de Maas ophouden. Dat de bevers het in Vlaanderen naar hun zin hebben, wezen de recent vastgestelde succesvolle voortplantingen in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen uit.

De eerste Vlaamse waarnemingen van Bevers sinds 1848 vonden plaats in de Dijlevallei in de herfst van 2000. Het betrof dieren afkomstig van een populatie die net over de grens met Wallonië (Rixensart) geïntroduceerd werd. In april 2003 werd opnieuw een twintigtal Bevers vrijgelaten, ditmaal langs de Dijle en de Laan. Sindsdien kent de populatie in de Dijlevallei een gestage groei. Naarmate de geschikte gebieden ten zuiden van Leuven verzadigd raken, trekken de Bevers de stad Leuven door op zoek naar nieuwe gebieden ten noorden van de stad. Ondanks het feit dat de Dijle in Leuven deels gekanaliseerd is en zelfs een stuk ondergronds loopt, blijken ze de stad met weinig moeite te passeren. Onder andere vanuit deze populatie verspreidden de Bevers zich over de rest van Vlaanderen.

Een Bever heeft een karakteristieke afgeplatte geschubde staart (foto: Goedele Verbeylen)

In de provincie Antwerpen dook de eerste Bever op in het Mechels Broek in 2003. Eind 2005 vestigde zich ook een exemplaar in de Schijnvallei. Het dier van de Schijnvallei werd echter in april 2006 weggevangen door het Vlaamse Gewest en weer losgelaten op de Dijle. Het dier in het Mechels Broek en de dieren die enkele jaren later opdoken in Broek De Naeyer (Willebroek, Antwerpen) en langs de benedenloop van de Kleine Nete (omgeving Lier en Viersel) hadden ondertussen meer geluk en mochten blijven.
Sinds het voorjaar van 2008 vestigde zich een Bever in het natuurgebied Viersels Gebroekt. Het dier liet zich zelfs af en toe in de schemering zien vanaf de picknickbank langs het Netekanaal. Toch blijven het schuwe, nachtactieve dieren die zelden overdag worden waargenomen. Dankzij de inzet van cameravallen slaagde Kristijn Swinnen, doctoraatsstudent Biologie aan de Universiteit Antwerpen, erin een volwassen Bever met een jong te filmen. Hiermee was meteen bewijs geleverd dat er niet alleen meerdere Bevers aanwezig zijn, maar dat ze zich ook succesvol voortplanten.

In Oost-Vlaanderen verscheen de eerste Bever verscheen in de zomer van 2007 in de Scheldevallei, te Vlassenbroek. Vermoedelijk was ook dit een zwervend dier afkomstig van de groeiende populatie op de Dijle. Niettegenstaande de Bever als doelsoort is opgenomen in de instandhoudingsdoelstellingen voor de Schelde, scheelde het niet veel of de eerste Bever van de Scheldevallei werd weggevangen en teruggebracht naar de vermoedde plaats van herkomst. Na tussenkomst van Natuurpunt kon het dier uiteindelijk blijven en was de weg ook vrij voor andere zwervers in Vlaanderen.
In juni 2009 werd door het dierenopvangcentrum uit Heusden-Zolder een Bever weggevangen op het terrein van een petrochemisch bedrijf in de Antwerpse haven en in de Vlassenbroekse polder vrijgelaten. Het geslacht van beide dieren was niet gekend en het was dus afwachten wat ervan zou komen. Het duurde tot de zomer van 2011 om bevestiging te krijgen dat beide dieren nog aanwezig waren. Begin 2012 kon ook hier dankzij het gebruik van cameravallen succesvolle voortplanting worden vastgesteld. Op onderstaand nachtelijk filmpje zijn drie dieren te zien: twee volwassen dieren en een jaarling.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

De eerste Limburgse Bevers doken in 2002 terug op langs de Berwijn (Voerstreek) en op de Maas. Vermoedelijk zijn deze dieren afkomstig uit Wallonië, later nog aangevuld met dieren die vanaf 2003 uitgezet werden in Nederlands Limburg. Momenteel worden een aantal Maasplassen ingenomen en vormen de bewoners ervan één populatie met de Nederlandse Bevers aan de andere kant van de Maas. Ook zijn er enkele territoria op kleinere waterlopen verder verwijderd van de Maas. Deze Limburgse populatie doet het goed en ook hier breiden de bevers zich uit. Door hun aanwezigheid creëren ze een meer diverse natuur, en hiervan kunnen andere soorten weer profiteren.

De Bever zorgt voor een dynamisch milieu door het omknagen van bomen (foto: Steven De Saeger)Hoewel Bevers over het algemeen voor een verrijking van de natuur zorgen, kunnen er ook problemen optreden. Af en toe ondervinden landbouwers schade aan hun gewassen of zijn er problemen met vernatting van gebieden. In de Hagelandse vallei in Holsbeek lopen schraallanden met orchideeën onder met voedselrijk water ten gevolge van beverdammen. Vanuit de overheid wordt aan een visie in verband met de Bever gewerkt. Bevers, hun holen, dammen, burchten en leefgebied zijn strikt beschermd door de nationale en Europese wetgeving; ook het verstoren van de dieren is verboden.

Momenteel loopt er een vierjarig onderzoek naar de Bever in Vlaanderen aan de Universiteit Antwerpen. Er wordt nagaan wat de habitatvereisten zijn, en welke nog niet ingenomen gebieden geschikt zijn voor de Bever. Vervolgens wordt geanalyseerd hoe gemakkelijk deze gebieden bereikt kunnen worden. Ook wordt er onderzocht welke riviereigenschappen bepalen of er dammen gebouwd zullen worden. Tot slot wordt bekeken op welke plaatsen in Vlaanderen deze dammen de grootste economische schade kunnen veroorzaken. Er worden observaties uitgevoerd en Bevers worden zowel genetisch als met behulp van cameravallen gemonitord. Als je geïnteresseerd bent om te helpen of je hebt informatie over Bevers bij jou in de buurt, dan mag je altijd contact opnemen met Kristijn Swinnen. Waarnemingen van Bevers en hun sporen mogen doorgegeven worden via www.waarnemingen.be.

Tekst: Steven De Saeger, Natuurpunt ’sHeerenbosch, Beheerteam Vlassenbroek
Kristijn Swinnen, Universiteit Antwerpen en Goedele Verbeylen, Natuurpunt Studie
Foto’s: Goedele Verbeylen en Steven De Saeger