Pas uitgeslopen Rivierrombout

Europese primeur: populatie Rivierrombout ontdekt langs kanaal

20-AUG-2012 - Op 28 juli troffen vrijwilligers van Natuurpunt en de Libellenvereniging Vlaanderen de Rivierrombout – een Europees beschermde libelsoort - aan langs het Albertkanaal in Broechem. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat het niet om een geïsoleerd geval gaat, maar dat er een populatie aanwezig is langs het kanaal, wat meteen een unicum is voor Europa.

Bericht uitgegeven door Libellenvereniging Vlaanderen [land] op [publicatiedatum]

Op 28 juli troffen vrijwilligers van Natuurpunt en de Libellenvereniging Vlaanderen de Rivierrombout – een Europees beschermde libelsoort - aan langs het Albertkanaal in Broechem. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat het niet om een geïsoleerd geval gaat, maar dat er een populatie aanwezig is langs het kanaal, wat meteen een unicum is voor Europa.

De Rivierrombout is in Vlaanderen een zeer zeldzame libellensoort en is een typische soort voor grote rivieren. In Wallonië ontbreekt de soort zelfs volledig.

De soort kan net als de andere soorten van de familie van de rombouten gemakkelijk herkend worden doordat de ogen elkaar niet raken. Dit kenmerk onderscheidt hen van alle andere echte libellen waarbij de ogen elkaar wel raken. De meeste rombouten hebben verder een kenmerkende geel-zwarte tekening op het borststuk en het achterlijf. De Rivierrombout kan het gemakkelijkst gevonden worden door te zoeken naar larvenhuidjes. Dit zijn de vervellingshuidjes die achterblijven op de oever nadat de larve uit het water is geslopen en op het land gemetamorfoseerd is in een volwassen libel.

Pas uitgeslopen Rivierrombout (Foto: Marc Gorrens)

De Rivierrombout komt in grote delen van Europa voor, van de Loire in Frankrijk en de Po in Italië oostwaarts tot ver in Siberië. In de eerste helft van de 20ste eeuw ging de soort ten gevolge van een vermindering van de waterkwaliteit zo sterk achteruit dat ze uiteindelijk in grote delen van West-Europa was uitgestorven. Dit was onder meer het geval in Nederland en het voormalige West-Duitsland. Reden te meer om de soort op te nemen in de Bijlagen van de Habitatrichtlijn (Europese Richtlijn), waardoor de soort in de verschillende landen van de Europese Unie moet beschermd worden door het aanduiden van speciale beschermingsgebieden.

Begin jaren’90 van de vorige eeuw werd de soort langs een aantal rivieren, o.a. de Rijn in het westen van Duitsland terug gevonden, wat de eerste signalen waren dat de soort het weer beter deed in Europa. In Nederland werd in 1996, na een periode van 93 jaar zonder waarnemingen, een larve gevonden. Gericht zoekwerk naar larvenhuidjes de daaropvolgende jaren resulteerde in de vondst van de Rivierrombout langs bijna alle grote rivieren.

In België bleef het echter wachten tot 2000 toen enkele Rivierrombouten werden waargenomen langs de Grensmaas, meteen de eerste keer dat de soort werd waargenomen in België. Er werd dan ook gehoopt op een even spectaculair verhaal als in Nederland, maar dat liet op zich wachten. De afgelopen 10 jaar werd de soort meermaals waargenomen langs de Maas in Limburg, maar larvenhuidjes, bewijs van succesvolle voortplanting en het voorkomen van een lokale populatie, werden nooit gevonden. Buiten de Limburgse Maasvallei werd de soort een paar keer gezien in de provincie Antwerpen. Hierbij werd er van uitgegaan dat dit zwervers waren van de Maas of zelfs van Nederland of Duitsland. In het allerbeste geval kwam er misschien een (kleine) populatie voor langs een van de Kempense rivieren, bv. de Grote Nete, maar die werd nooit gevonden.

Op 28 juli 2012 was het weer zo ver, een mannetje met zelfs nog glinsterende vleugels, een indicatie dat het nog een zeer jong dier betrof, werd waargenomen langs het Albertkanaal in Broechem. Gericht zoeken de dag nadien leverde een pas uitgeslopen wijfje op, luttele meters van de locatie waar het mannetje was gezien. Ook de dagen daarop werden verschillende individuen waargenomen. Sterke aanwijzing dat er plaatselijk een populatie voorkomt. Een week na de ontdekking werd een larvenhuidje gevonden op de betonnen oever van het Albertkanaal, niet meteen de verwachte voortplantingsbiotoop van deze Europees beschermde soort. Intussen werden al meer dan 60 huidjes verzameld over een afstand van 8 kilometer langsheen het Albertkanaal, ongeveer van de brug van Oelegem tot bijna in Grobbendonk. We kunnen dus echt spreken van een populatie! Bijzonder opmerkelijk is dat deze rivierbewonende soort er in geslaagd is om zich in redelijk aantal succesvol voort te planten in een van de drukst bevaren kanalen van Europa. Voor zover bekend, is dit meteen de eerste keer dat de Rivierrombout weet voort te planten in een bevaarbaar kanaal in Europa.

Larvenhuidje aan het Albertkanaal (Foto: Tim Adriaens)

Volwassen dieren zijn vaak moeilijk te vinden. Binnen een uur na het uitsluipen, kunnen ze vaak al vliegen waarna ze wegtrekken van het water om verder te rijpen. Ze keren pas terug naar het water om te paren waardoor de waarnemingskans laag is. De lege larvenhuidjes zijn des te gemakkelijker te vinden. Die zijn vrij groot (31-35 mm) en vallen door hun lichtbruine kleur heel gemakkelijk op. Om de verspreiding van de soort beter in kaart te brengen, zoeken we vrijwilligers die een deel van het Albertkanaal, de Kempense kanalen of de Grensmaas willen onderzoeken op de aanwezigheid van deze bijzondere libel. Best spreek je vooraf af welk traject (minimaal 500m) je onderzoekt en controleer je dat grondig. Bij elk gevonden larvenhuidje noteer je: de exacte GPS coördinaten (of invoeren via mobiel); noord/zuidzijde; waar lag het huidje (bovenaan, op helling, oever, hellend, verticaal, houten balk in water) en geslacht van het dier (zie nieuw boek: Larvenhuidjes van libellen). Neem de lege huidjes mee, zodat ze niet dubbel geteld worden.


Tekst: Geert De Knijf (INBO, Libellenvereniging Vlaanderen) & Wout Opdekamp (Natuurpunt.Beheer, Libellenvereniging Vlaanderen)
Foto's: Marc Gorrens & Tim Adriaens