Tapuiten in zwaar weer
Stichting BargerveenBericht uitgegeven door Stichting Bargerveen [land] op [publicatiedatum]
Na ruim zes maanden in Afrika te hebben doorgebracht zijn onze tapuiten weer terug in hun broedgebieden. Opmerkelijk is dat weinig volwassen tapuiten de winter hebben overleefd en dat de overlevers dit voorjaar laat en verspreid zijn aangekomen. Medewerkers van Stichting Bargerveen en Sovon Vogelonderzoek Nederland stellen vast dat de tapuiten in de afgelopen vijf onderzoeksjaren nog nooit zo laat begonnen zijn met broeden. Een spannend begin van het tapuitenseizoen!
Normaal gesproken arriveren de eerste volwassen tapuiten eind maart of begin april in hun broedgebieden. Midden april volgen dan de grotere aantallen tapuiten, waaronder veel jongen van het jaar ervoor. Dit jaar was echter anders; lang bleef het rustig in de broedgebieden. Waar blijven ze toch, die rankbenige jongens? Pas eind april begonnen de aantallen langzaam op te lopen. Maar het totaal aantal teruggekeerde tapuiten is dit jaar laag. In zowel het Vogelduin aan de kust bij Bakkum als in het Aekingerzand in Drenthe blijkt dat de volwassen vogels de reis naar Afrika slecht overleefd hebben. Slechts 30 tot 35 procent is teruggekeerd, terwijl normaal 50 tot 60 procent van de volwassen vogels het volgende jaar terugkomt. De lokale overleving van jongen is met ongeveer 16 tot 18 procent niet fantastisch, maar slecht is het ook zeker niet.
Tussen de populaties in de duinen en het Drentse Aekingerzand vindt geen uitwisseling plaats. De populaties zijn van elkaar gescheiden. Extra opvallend is het dan ook dat in beide onderzoeksgebieden een slechte volwassen overleving heeft opgetreden. Dit maakt het aannemelijk dat we hier te maken hebben met een Afrikaans probleem. Dit idee wordt gesteund door berichten uit de media over extreme droogte in de Sahel-regio afgelopen jaar. Mogelijk heeft deze droogte ook onze tapuiten getroffen. Toch lijkt er meer aan de hand. Er zijn geen aanwijzingen dat volwassen en juveniele tapuiten in verschillende gebieden overwinteren. Je zou dus verwachten dat als het probleem alleen in de overwinteringsgebieden zou optreden, ook de lokale jongenoverleving dramatisch zou zijn. Wel maakt dit maar weer eens duidelijk dat naast knelpunten in de broedgebieden, zoals onvoldoende geschikt (kortgrazig) habitat, slechte weercondities, predatie en de recent vastgestelde dioxinevergiftiging, ook knelpunten buiten onze landsgrenzen de toekomst van onze tapuiten beïnvloeden.
De meeste tapuiten die wel zijn teruggekeerd, hebben op dit moment jongen en zijn druk met het voeren van hun kroost. Door de late en verspreide terugkomst zien we dat in de duinen veel paartjes ruim een week later zijn begonnen met broeden dan afgelopen jaren. Is het een bewuste keuze geweest of waren de weersomstandigheden zodanig dat ze niet eerder konden beginnen? En wat betekent dit voor het broedsucces dit jaar; valt de jongenperiode nog wel samen met de voedselpiek en is er straks nog ruimte voor een tweede legsel? Al met al hebben we weer een spannend tapuitenjaar voor de boeg.
Tekst: Remco Versluijs, Stichting Bargerveen; Frank Majoor, SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto's: Remco Versluijs, Stichting Bargerveen