Witte hermelijn versus Hermelijn: wissel van de wacht
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
De Hermelijnvlinder en de Witte hermelijnvlinder zijn beide grote nachtvlinders waarvan de rupsen op wilg en populier leven. Hoewel 2012 een erbarmelijk nachtvlinderjaar mag zijn, is het een topjaar voor de Witte hermelijnvlinder. Dat staat in schril contrast met de opmerkelijke achteruitgang van de Hermelijnvlinder, die nauwelijks nog gemeld wordt…
Beide hermelijnvlinders zijn ca. 5 cm grote, (vuil)witte nachtvlinders met een subtiel verschillende zwarte tekening. Allebei hebben ze opvallend harige voorpoten, een kenmerk dat bij heel wat tandvlinders voorkomt. De Witte hermelijnvlinder (Cerura erminea) is –u had het al geraden- witter dan de Hermelijnvlinder (Cerura vinula) en heeft een opvallend zwart achterlijf. Het zwarte cirkeltje nabij de voorrand van de voorvleugel zie je niet bij de gewone Hermelijnvlinder.
Overdag worden hermelijnvlinders zelden gezien, maar ze komen vrij goed op licht af. Omdat steeds meer mensen met vlindervallen aan nachtvlinderonderzoek doen, hebben we een vrij goed beeld van de verspreiding van beide soorten. Van de Witte hermelijnvlinder werden dit jaar meer dan 100 exemplaren gemeld; enkel in 2010 lag dit aantal hoger. De kans bestaat dat het aantal de komende dagen nog lichtjes oploopt, al is de vliegtijd van de Witte hermelijn nagenoeg afgelopen. De waarnemingen komen uit alle Vlaamse provincies.
We kunnen dus gerust stellen dat de Witte hermelijnvlinder momenteel in heel Vlaanderen voorkomt. Dat is niet altijd zo geweest. Historische literatuur, zoals de Catalogue de Macrolépidoptères de Belgique (Hackray & Sarlet, 1981), stelt dat de Witte hermelijnvlinder vooral in de Kalkstreek voorkomt en uit Vlaanderen amper een tiental meldingen voorliggen. De opmars van de Witte hermelijnvlinder zette zich vooral na 1980 door en is overigens nog steeds aan de gang. In Nederland was de soort voor 1985 slechts tweemaal gezien en komt de soort nu enkel in de zuidelijke provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg voor. Ze zit hier dus aan de rand van haar areaal.
Enkele decennia geleden stond de Hermelijnvlinder nog bekend als de ‘gewone’ soort. Oude literatuur meldt dat zij ‘overal’ voorkomt. Wie de meldingen op waarnemingen.be raadpleegt, kan vaststellen dat de Hermelijnvlinder de laatste jaren nauwelijks nog gezien wordt (voor 2012 staat de teller op vijf waarnemingen in Vlaanderen). In de duinen, vanouds een bolwerk voor de soort, houdt ze stand, maar in het binnenland wordt slechts af en toe nog een Hermelijnvlinder gezien.
Die vaststelling doet vermoeden dat beide soorten dezelfde ecologische niche bezetten en de opgang van de Witte dus niet losstaat van de achteruitgang van de gewone Hermelijnvlinder. Die hypothese doet verwachten dat het areaal van beide soorten niet of nauwelijks overlapt, zoals dat ook bij de Spotvogel en de zuidelijke Orpheusspotvogel het geval is. Maar dat klopt niet helemaal. Hoewel de Hermelijnvlinder veel noordelijker voorkomt dan de Witte hermelijnvlinder, overlapt het verspreidingsgebied in heel Midden- en West-Europa. Wat de verschillen in leefwijze tussen beide soorten zijn, is vooralsnog onduidelijk. Een opmerkelijke wissel van de wacht dus, die vooral veel vragen oproept…
Tekst en foto's: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie