De Zeebes: alweer een zilte verrassing in het Grevelingenmeer
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op zondag 12 juni 2011
Recent hebben sportduikers een Zeebes in het zuidwestelijke Grevelingenmeer aangetroffen. Een Zeebes is een klein zeediertje van niet meer dan 2.5 centimeter breed en 1.5 centimeter hoog. Ik geef toe dat het geen spectaculair vormgegeven organisme is, maar dat maakt deze waarneming niet minder spectaculair. De Zeebes is een soort die door sportduikers slechts zelden in de Zeeuwse Delta wordt aangetroffen. We kennen hem alleen maar van een klein aantal recente waarnemingen uit de Oosterschelde. Gezien de zeer slechte leefomstandigheden voor zeedieren in het Grevelingenmeer is de waarneming van deze voor de Zeeuwse Delta zo zeldzame soort toch wel heel bijzonder te noemen.
De recente waarneming van een Zeebes in het Grevelingenmeer is zonder meer zeer uitzonderlijk. Voor zover wij weten is de Zeebes hier nog niet eerder aangetroffen. Het is in de Zeeuwse Delta een soort die slechts zelden wordt waargenomen. Recent zijn er een klein aantal waarnemingen gemeld uit de Oosterschelde, uit de omgeving van Zierikzee. Waarschijnlijk komt hij wel veel meer op de kust van de Waddeneilanden en op de Noordzee voor. Het is zeker een algemene soort op veel andere locaties van de Noord-Atlantische kust: onder andere in Noorwegen, Denemarken, Bretagne, overal langs de Britse eilanden en de Noord-Amerikaanse Oostkust.
De Zeebes is ondanks zijn naam geen plant of vrucht van een plant. Hij dankt zijn naam alleen maar aan zijn uiterlijk: een oranjerode halve bol van circa 2.5 centimeter breed en 1.5 centimeter hoog. Boven op de halve bol staan een in- en uitstroom opening waarmee hij water door zijn lichaam pompt om er zijn voedsel (plankton) uit te halen. Hij filtert het water en behoort tot de zakpijpen. Het bijzondere aan zakpijpen is dat het de meest primitieve gewervelde dieren zijn en daarmee verwant aan de vissen, vogels, reptielen en zelfs de mens. Maar dat kunnen we al helemaal niet meer aan zijn uiterlijk afleiden. Hiervoor moet je zijn DNA analyseren en het embryonale stadium bestuderen. Dan is die verwantschap wel aantoonbaar.
Het gaat slecht met het Grevelingenmeer. De afsluiting van de Noordzee en daardoor het gebrek aan getijdenwerking zorgt er voor dat de biodiversiteit hier zeer bescheiden is. Toch hebben we dit jaar al diverse keren melding gemaakt van bijzondere waarnemingen van zeedieren in het Grevelingenmeer. Bij al deze waarnemingen heeft steeds de spuisluis in de Brouwersdam zeer waarschijnlijk een belangrijke rol gespeeld. Hij zorgt er voor dat er dagelijks een kleine hoeveelheid Noordzeewater uitwisselt. Larven van zeedieren die in de Noordzee voorkomen kunnen hierdoor in het Grevelingenmeer terecht komen. De meesten zullen er niet overleven omdat de waterkwaliteit, lage zuurstofconcentratie en de algemene leefomgeving voor hen hier niet geschikt zijn. Een enkel exemplaar overleeft het echter wel en kan zich hier vestigen. Wordt hij dan ook nog eens door een sportduiker waargenomen en gefotografeerd dan kunnen we terecht van een bijzondere waarneming spreken. Het is voorlopig niet te verwachten dat de Zeebes zich in grotere aantallen in het Grevelingenmeer zal gaan vestigen. Tot op heden is het bij deze enkele waarneming van één exemplaar gebleven. Wellicht blijft het ook bij dit éne exemplaar. Toch is het een levend bewijs voor de kansen van de biodiversiteit in dit deel van de Zeeuwse Delta. Als we maar zorgen voor meer getijdenwerking in het Grevelingenmeer en per getijde veel meer zeewater met de Noordzee laten uitwisselen zal de waterkwaliteit verbeteren en de biodiversiteit gegarandeerd toenemen.
Tekst en Foto: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon