Honderden noordse winterjuffers
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]
In het Kuinderbos worden op de overwinteringsplekken honderden noordse winterjuffers gevonden. Dat zijn er veel meer dan in andere jaren. De noordse winterjuffer is een zeldzame soort die maar op een paar plaatsen voorkomt.
Gerard Eggens, die in de Noordoostpolder de vlinder- en libellenstand bijhoudt, belde enthousiast op. Nog nooit had hij zoveel noordse winterjuffers gezien als de laatste dagen. Het ging om honderden en misschien zelfs duizenden exemplaren. De noordse winterjuffer overwintert als een van de weinige libellen als libel, en dus niet als ei of larve zoals de meeste andere soorten. De dieren die in het Kuinderbos worden gezien zijn daar nu een plek aan het zoeken om de winter door te komen. Dat doen ze in ruigtes en in open, zonnige, maar wel beschutte plekken. Ze zijn te vinden op open plekken in het bos, waar ze graag duinriet gebruiken. Dit is een gras die in stevige pollen staat, waar ze de goede omstandigheden vinden om de winter door te komen. Ze zullen daar de hele winter blijven zitten en in het voorjaar, vanaf maart, zoeken ze hun voortplantingsplaatsen weer op.
Of de juffers in het Kuinderbos uit de directe omgeving komen of van verder weg is niet duidelijk. Het is bekend dat de overwinteringsplaatsen soms vele kilometers af liggen van de voortplantingsplekken. Dit is onderzocht door noordse winterjuffers te merken. Dieren werden tot 20 kilometer gevonden van de plaats waar ze waren gemerkt. Naast het Kuinderbos is ook de Weerribben een belangrijke voortplantingsplaats voor deze soort. Met de aanhoudende oostenwinden van de afgelopen weken is het goed denkbaar dat de juffers die hier nu zitten afkomstig zijn van de Weerribben, dat hemelsbreed maar een kilometer of zeven verwijderd is. Behalve uit het Kuinderbos komen er ook oktobermeldingen van noordse winterjuffers uit Het Staphorsterveld (Overijssel), het Katlijkerschar (Friesland) en uit de eerder genoemde Weerribben.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting